Cherchez
la femme - travestie als fenomeen / Marjolein Rotsteeg |
Cherchez
la femme - travestie als fenomeen / Marjolein
Rotsteeg.
Uitgeverij Vassallucci, 1996, 255 blz.
Popjournalist
Marjolein Rotsteeg belicht
blijkens
de
ondertitel travestie als fenomeen. Inderdaad: het gaat over travestie
in de geschiedenis,
maar
gaat ook over transseksualiteit bij zowel mannen als vrouwen en het
gebied
hiertussen en daarbuiten zoals androgynie en interseksualiteit.
"Cherchez la femme" is ook een bekend liedje van Gloria Estafan
"Aan de hand van interviews, reportages en literatuurstudie heb ik in Cherchez la femme geprobeerd een beeld te geven van de diverse verschijningsvormen van het fenomeen travestie, toegespitst op de periode aan het eind van de twintigste eeuw in Nederland. Een beeld dat overigens mede door de opzet van Cherchez la femme geenszins volledig is.” (p.8)
In de
Inleiding gaat Rotsteeg in op het
taboe op travestie: het vertolken van vrouwenrollen door mannen op het
toneel. Een vrouw op het toneel zou leiden tot verval van zeden en
moraal, "Hetzelfde gold voor voor de castraten die in de opera
de vrouwenrollen voor heun rekening namen. De kerk keurde de
aanwezigheid van castraten in het huis Gods openlijk af, maar het
alternatief, een vrouw achter het altaar, was pas echt onzedelijk. Dus
werden de sopraanpartijen zonder uitzondering vertolkt door jonge
jongens." (p.15)
"Op vrouwen
die zich als man kleden heeft altijd een minder groot maatschappelijk
taboe gerust dan op mannen die zich als vrouw kleden. Vrouwelijke
travestieten worden niet als ondermijnend voor de gevestigde hiërarchie
gezien. Mannen verlagen zich tot het niveau van de vrouw en dat is
regelrechte ondermijning van de geldende normen en waarden."
"Pas in 1981
is de bepaling dat het verboden is zich in het openbaar in kleding van
de andere kunne te vertonen uit de Algemene Politieverordening
van Amsterdam verwijderd." (p. 16)
Rotsteeg vertelt daarbij niet dat dit voornamelijk gold voor de op de
Wallen tippelende transsekswerkers.
Volgens Rotsteeg "mag mede door de Travestie Show van Veronica de showtravestie rekenen op een brede maatschappelijke acceptatie". (p. 17)
In het hoofdstuk Showgirls walst Rotsteeg in
sneltreinvaart
door de
geschiedenis
en laat veel dingen onbesproken. Ruime aandacht
besteedt zij echter aan de vrouwenacteurs (onnagata) in het Japanse
Kabuki-theater
(p. 18-20), het vertolken van vrouwenrollen door mannen in de tijd van
Shakespeare en zijn
tijdgenoten (p. 20-28), castraatzangers in de
Italiaanse
opera (p. 29-30), Barbette "een beroemde, zo niet de
beroemdste travestie artiest" (p. 30-31), de komische damestyptjes Snip
en
Snap vertolkt door Willy Walden en Piet Muijselaar die van 1937 tot
1977 met hun revue volle zalen trokken.
"Op de
theatrale of showtravestie heeft altijd een minder
zwaar taboe gerust dan op de inerlijke behoefte tot travestie" (lees
transgenders BW).
Vervolgens schenkt zij aandacht aan een reeks van
showgirls: Miss Celine (p. 37-40), Daisy
Dynamite, "bitchy entertainer" Nicky Nicole (p. 32-36), La
Diva (p.
41-45), Hermien Katendrecht (p. 46-51), Hellun
Zelluf en Mizz Mopsie (p. 52-57), Dolly Bellefleur (p. 58-62), Hellun Zelluf, Vera Springveer (p. 63-67), Sally Bowles (p.
68-73),
Sonny (p. 74-78), Daisy Dynamite (p. 79-84), Divine (p. 85-91),
Kentucky Martha
(p. 92-94) en The Working Girls (Sheila, Cindy en Dana) (p. 95)
In hoofdstuk
2 En femme gaat de
schrijver in op "travestie-geaarde mannen" (lees "transgenders") en
"man-naar
vrouw transseksuelen" in het Oude Testament, bij de
Grieken en Romeinen, het Christendom, Middeleeuwen, Renaissance, 17e, 18e en 19e eeuw (p.
99-100), Edward Hyde, François Timoleon
de Choisy (p. 101-103) en het hersenonderzoek onder transseksuelen door
dr.
Swaab (p. 103-104).
Naast deze historische beschouwingen besteedt de schrijver uitgebreid aandacht aan fetisjisme (Renates zoon raakt opgewonden van panty’s en lingerie) (p. 105 -112) en panty fetisjist Joep / Denise (p. 113-119), travestiet Renee / Renate Stoute “een mens van twee geslachten” (p. 120-125), een verslag van een open avond van de Werkgroep T&T Amsterdam, waarin de vrouwen vertellen over hun ervaringen en we volop duiken in hun problemen: hun partners die er niet mee kunnen omgaan, zich omkleden als vrouw als hun man niet thuis is en op hun werk niet durfven uit te komen van hun “travestie-geaardheid”. (p. 126-128), de geheime transseksueel Maarten/Maartje ’t Hart (p. 128-137), homoseksueel Chris en zijn travestieverlangens (p. 138-141), Thea Twikkel, “een transseksueel die leeft als travestiet” (p. 142-148), Mariposa (Aalsmeer) (149-151)
Opvallend is
dat Rotsteeg nergens het
woord transgender
gebruikt (of vermijdt), maar stug blijft spreken van travestieten.
Rotsteeg erkent dat er
een verschil is tussen travestie vanuit een innerlijke behoefte
(“travestie-geaarde mensen”) en travestie die mensen zien als rol.
Hoewel zij het moeilijk vindt om grenzen te trekken bepreekt zij dit in
wee afzonderlijke hoofdstukken).
In hoofdstuk 3 Chechez l’homme behandelt
de
schrijver vrouw-naar-man-travestie:
Als voorbeelden noemt zij Jeanne d’Arc, vrouwen die op schepen in
dienst waren als matroos of
soldaat in het leger
(Maria van Antwerpen), pauzin Johanna (Joan), George Sand, George
Elliot,
Charlotte Brontë en Andreas Burnier.
Aan “showboys” (lees "dragkings" heeft de schrijver geen apart hoofdstuk gewijd. “De
reden
daarvan is dat vrouw-naar-man-travestie geen grote traditie kent”.
Hoewel: die is er wel degelijk: Hetty King, Azucena Maizani, Gladys
Bentley, Vesta
Tilly,Maude Adams, Annie Hindle, Diane Torr, Stormé DeLaverié, om er
maar een
paar te noemen. De schrijver noemt het Japanse Takazuka theater als
uitzondering van travestie in de theaterwereld en als het bekendste
Nederlandse
voorbeeld van vrouwenrollen op het toneel de musical De Club met (onder
meer Jenny
Arean en Adèle Bloemendaal).
In dit hoofdstuk staat ook een interview met Rita, die ontdekte dat zij
feitelijk een man wilde zijn en schrijver Andreas Burnier (pseudoniem
van
Catherina Irma Dessaur), die zich omschrijft als “een mens met een
vrouwelijk lichaam”
en transman Wessel.
Het boek sluit af met een hoofdstuk “Doe-het-zelftravestie” met
praktische
tips en een adressengidsje.
Het Continuüm
De mooiste
vrouw is een vent : Cherchez la
femme - travestie als fenomeen / Marjolein Rotsteeg:
Cherchez
l’homme –
Over vrouwen
die graag
eens man
willen zijn. In: Transvisie, jrg. 31, 2014, p. 10-11