Operette

Door het succes van de opéra-bouffe in Frankrijk was gebleken dat het publiek een grote liefde had opgevat voor de lichte muziek. En ook in de operette werden nog satirische en parodistische elementen opgenomen. En net als de andere oude genres verdwijnt de operette door het uitbreken van de economische crisis in Amerika. De harde realiteit bracht het publiek het besef dat ze niet langer weg wilden dromen bij sentimentele liefdesverhaaltjes en dat was de genadeklap voor de zachtzinnige operette.
De operette (letterlijk 'kleine opera') lijkt op opera, hoewel de onderwerpen vaak minder serieus zijn. De muzikale nummers (aria's, duetten, ensembles, koorwerken) worden veelal door gesproken dialogen aan elkaar verbonden, al dan niet ondersteund door melodrama.

De wortels zijn te herleiden naar het Intermezzo, als voorloper van de Opera buffa. Sinds 1642 was het in Italië de gewoonte, om tijdens de decorwisselingen van een Opera seria een gezongen klucht uit te voeren, een "spel der vergissingen", met twee duo's, en alle verwikkelingen die daar bij horen. De muzikale nummers (aria's, duetten, ensembles, koorwerken) worden veelal door gesproken dialogen aan elkaar verbonden, al dan niet ondersteund door melodrama.
Operette ontwikkelde zich rond het midden van de 19e eeuw, als antwoord op de steeds langer en serieuzer wordende Franse opéra comique.

Jacques Offenbach wordt algemeen gezien als grondlegger van het genre. Zijn Orphée aux enfers (1858) (Orpheus in de onderwereld) wordt beschouwd als eerste operette. Offenbach bediende zich vooral van parodie en satire.

Weense operette
De Franse operette werd door Franz von Suppé (1819-1895) vertaald naar de Weense operette, later voortgezet door Franz Léhar. Voor de muziek werd soms gebruik gemaakt van folkloristische "zigeuner" muziek, maar het was Johann Strauss jr. (1825-1899) die de belangrijkste operettecomponist werd. Zijn operette Die Fledermaus (1874) werd de meest gespeelde operette over de hele wereld: De Weense traditie werd voortgezet door Franz Lehár (1870-1948). Met Die lustige Witwe (1905) \waarin de dans een belangrijk onderdeel was van iedere operette en een integraal onderdeel was  van de handeling.

De Weense operette past met name in het tijdsbeeld van de 2e helft van de 19e eeuw, waarin de “bürgerliche Geselschafft” met de bijbehorende Victoriaanse moraal de toon aangeeft. Geheel in lijn met de romantiek voeren elementen als ‘eenvoud’, ‘gevoel en intuïtie’, en ‘de natuur’ de boventoon. Elementen als standsverschil, overspel, en de gemaniëreerde etiquette van de nouveau riche worden daarbij, doorgaans op luchthartige wijze, aan de kaak gesteld.
Uit de operette als genre ontwikkelde zich min of meer naadloos het genre musical.
Net als de andere oude genres verdwijnt de operette door het uitbreken van de economische crisis in Amerika. De harde realiteit bracht het publiek het besef dat ze niet langer weg wilden dromen bij sentimentele liefdesverhaaltjes en dat was de genadeklap voor de zachtzinnige operette.


Operette in Nederland
Operette-uitvoeringen waren er in Nederland veelvuldig. Al in 1862 was Offenbachs Orphée aux enfers in Amsterdam te zien en spoedig stonden ook de Weense operettes hier op het repertoire, zij het meestal uitgevoerd door buitenlandse gezelschappen. Het eerste echt Nederlandse gezelschap was Operettegezelschap Kreeft en Buderman, gevolgd door het Hollandsch Operettegezelschap van Nap de la Mar. Tot aan de Tweede Wereldoorlog bestonden er al zo'n veertig gezelschappen, die echter geen van alle een lang leven beschoren waren, met uitzondering van Die Haghezangers (1918-1931) en De Operettezangers (1932-1949) van Carré-directeur Alex Wunnink met Johannes Heesters in de hoofdrol.
In 1926 werd de Fritz Hirsch Operette opgericht, die zich vooral bediende van Duitse en Oostenrijkse zangers, waaronder ook Richard Tauber. In 1945 werd de Fritz Hirsch Operette opgevolgd door de Hoofdstad Operette, die 55 jaar lang de operette in de Nederlandse theaters hield.
In 2001 werd de subsidie voor dit gezelschap stopgezet omdat het te weinig vernieuwend zou zijn en een eenzijdig publiek zou trekken. Daarmee viel voor de Hoofdstad Operette het doek.



Als je een aanvulling of opmerking hebt over deze site dan kun je een mailtje sturen naar Transarchief