Zeedijk (111)



De omgeving van de Zeedijk tussen de Prins Hendrikkade en de Nieuwmarkt behoort tot de oudste buurten van Amsterdam. In de 17e eeuw was het nog een chique buurt. Maar na de aanleg van de luxueuze Herengracht verhuisden de rijke kooplieden en werd het gebied een uitgaansgebied voor passagierende zeelieden met talrijke zeemanskroegen en winkels voor scheepsbevoorrading.





Op en rond de Zeedijk werd getippeld door transgender prostitueés, Maar dat was wel opletten, want mannen die in vrouwenkleding aan het tippelen waren konden worden opgepakt en meegenomen naar Bureau Warmoesstraat waar ze een zeer vernederend behandeling ondergingen.



Aaicha Bergamin onderging dit voortdurend: “Ik werd dan meegenomen door de politie naar bureau Warmoesstraat, met mijn handen op mijn rug geboeid, waarna ik werd ontkleed in de wachtkamer van de politie, waar politiemensen bij stonden. Ook mijn slipje en beha werden me afgenomen. Daarna lachten ze me uit: “Kijk eens! Ze heb tieten!” Ze kreeg een boete en moest nieuwe kleren kopen. Meerdere transseksuelen ondergingen deze vernederingen, konden dit niet meer aan en hebben zelfmoord gepleegd
.











Rond de Zeedijk waren er ook een paar kroegjes die een homoseksuele clientèle bedienden. In het eerste kwart van de 20e eeuw waren er ongeveer vijf zaken die als specifieke homobar bekend stonden.
De politie van Amsterdam, en dan vooral de zedenpolitie, zag erop toe dat homo’s en lesbo’s zich niet openlijk konden uiten. Meestal hun bestaan was meestal van korte duur.
De uitbaatsters van deze gelegenheden waren meestal hoeren of potten, zoals de legendarische Bet van Beeren van het café 't Mandje op Zeedijk 63.

Vanaf 1998 ontstond geleidelijk aan een concentratie van uiteindelijk vier homocafés in het noordelijke deel van de Zeedijk, Veel homohoreca zijn echter weer verdwenen. Onder meer Egyptische ondernemers zouden veel zaken hebben overgenomen, waarachter illegale praktijken vermoed worden. Van deze homocafés is nu alleen The Queen's Head nog over.

De Zeedijk is nog steeds de paradeplaats voor de jaarlijks gehouden Hartjesdag, een Amsterdams volksfeest, dat jaarlijks op de derde maandag in augustus wordt gevierd, een combinatie van carnaval en Gay Pride. Mannen kleden zich als vrouwen en vrouwen dragen mannenkleding. Er wordt gezongen en gedanst en heel veel gedronken. In 1929 maakte Braakensiek een schilderij van het beroemde en beruchte feest.






Hoewel er veel geld werd verdiend, werd er niet geïnvesteerd. De Zeedijk raakte verwaarloosd en verpauperde. In de jaren zeventig en tachtig van de 20e eeuw was de straat berucht als centrum van de handel in heroïne en werd door de daarmee gepaard gaande criminaliteit voor velen een no-go area. Na opknapacties van de gemeente is de straat er weer langzaam bovenop gekrabbeld. De drugshandel verdween grotendeels en oude en nieuwe ondernemers probeerden de straat weer levendig en aantrekkelijk te maken.

De roze rand van donker Amsterdam: De opkomst van een homoseksuele kroegcultuur 1930-1970 Gert Hekma. – 1992; 96 p.