Tante Ricky ofwel Ricky Agerbeek was in de jaren 70 t/m 90
de zogenaamde “Koningin van de Paardenstraat”.
De Paardenstraat tussen de Amstelstraat en de Amstel was een smal
straatje dat in de vorige eeuw een slechte reputatie kreeg door met
name de jongensprostitutie. Sinds
begin jaren ’50 kwamen in dit straatje een reeks barretjes waar mannen
die daar behoefte aan hadden hoerenjongens kon oppikken, zoals
Copacabana , Cupido en Cheval
Neuf, in 1982 opgevolgd door The Music Box. Deze zaakjes hielden het
doorgaans opmerkelijk lang vol. In de Paardenstraat was ook café Madame
Arthur gevestigd. Dit café werd geen succes mede door de nabijheid van
café's waar veel bussinessboys kwamen en het straatje onveilig
maakten.
Als transvrouw bestierde tante Ricky in die straat met veel
charme de Bodega “Bar Festival” Het was een bar waar jonge jongens –
vaak niet ouder dan 14/15 jaar - zich aanboden voor seks aan heren die
daar behoefte aan hadden.
Tante Ricky zorgde goed voor haar kroost en
gaf de kansloze (soms verslaafde) schandknapen vaak broodjes en
krentenbollen te eten. Eerder had zij gewerkt bij Madame Arthur in de
Warmoesstraat, de toen razend populaire en befaamde travestiezaak, die
werd gerund door La Michelle. Ook Aaïcha Bergamin en Miss Laura Lee
werkten daar. Ricky was de rechterhand van La Michelle, zeg maar
de bedrijfsleider. Ricky hield ook altijd mee als café Lellebel weer
eens een Indonesische avond organiseerde en zorgde dan voor loempia’s,
maiskoekjes en andere Indonesische lekkernijen.