Maria van Antwerpen (1719-1781)

Maria van Antwerpen, alias Machiel van Antwerpen, was een Nederlandse vrouw die een uitzonderlijk goed gedocumenteerd leven heeft geleid. Haar leven biedt inzicht in de levens van de vele vrouwen die in de 18e eeuw als man door het leven gingen.
Uit lichamelijk onderzoek bleek dat Maria anatomisch een normale vrouw was, maar zelf verklaarde zij: ‘ik ben in de natuur een manspersoon, maar uiterlijk een vrouwspersoon’. Dat zou erop kunnen wijzen dat zij “intersekse” kunnen zijn geweest of transgender. Met zo’n modern concept moeten we echter voorzichtig zijn.




Maria’s besluit om als man te gaan leven sloot aan bij een traditie van vrouwelijke travestie die van de zestiende tot het begin van de negentiende eeuw in heel Europa bekend was. Zelf verklaarde ze geïnspireerd te zijn geweest door eerdere voorbeelden, en inderdaad hebben naar verluidt eind zeventiende, begin achttiende eeuw twee andere befaamde, als man levende vrouwen in Breda gewoond: Elisabeth Someruell (Lys Saint Mourel), Hannah Snell, een Engelse transgender-vrouw die als soldaat diende en de Engelse ex-zeerover Mary Read.



Portret van Hannah Snell (1723 - 1792) (Daniel Williamson) een Britse vrouw die zich als man vermomde en soldaat werd.


Zich als man verkleden was een goede manier om werk te vinden, want naar soldaten en matrozen was altijd vraag.
Van haar verscheen een gedeeltelijke biografie 'De Bredasche Heldinne' (1751), processtukken (1769) en liederen. Er bestaat helaas geen portret van haar.
Maria van Antwerpen werd geboren in 1719 in de Brabantse stad Breda in een katholiek gezin als het zevende kind en de tweede dochter van Jan van Antwerpen en Johanna de Swart. Haar vader was brandewijnstoker en bezat enkele huizen en grond, maar door financiële tegenspoed eindigde hij zijn leven als havenarbeider en verviel het gezin tot armoede.

Toen Maria acht jaar was, werd ze uitbesteed bij een tante, waar ze 'geen hondenleven had, veel min een kinds leven'. Vier jaar later (1731-1732) stierven kort na elkaar haar vader en moeder. Na de dood van haar beide ouders gaat ze werken als dienstmeid bij rijke burgers in Breda. Ze is dan 13 jaar oud. Omwille van haar 'dragonderagtige maniere' grapt één van haar werkgevers dat ze beter 'een Soldate kleed' zou kunnen dragen. Later zal Maria van 'syne raedgevinge... goed gebruyk' maken.
In 1743 treedt ze in het huwelijk met een zekere Ot Walsteijn. Vreemd genoeg liegt ze bij de burgerlijke stand van Beesd, de gemeente in Gelderland waar het huwelijk wordt voltrokken, over haar afkomst. Waarom? Leeft ze in onmin met haar Bredase familie of haar vroegere werkgevers en wil ze liever niet dat dezen iets te weten komen over haar huwelijk en haar nieuwe woonplaats? Ze raakte haar werk als dienstbode kwijt en omdat ze nergens ander werk vond, nam ze het radicale besluit zich te verkleden als man en dienst te nemen als soldaat. Haar huwelijk zal niet veel voorgesteld hebben, want ze trekt naar de garnizoensplaats Grave aan de Maas.
Ze wordt kleermaker en biedt zich aan als soldaat onder de naam Johannes of Jan van Ant, geboren in Arnhem, leeftijd 16 jaar, hoewel Maria dan al 28 is. Zonder enig probleem wordt ze in dienst genomen en vanaf dan leeft ze als man.

Maria van vertelt in haar memoires dat ze fysiek 'buitengewoon kloek' was en dus makkelijk als man kon doorgaan: 'Ick bespeurde dat ik geen lelyke Jongen was'. Ze ziet haar 'wonderlyke en kloekmoedige metamorphoseering' als een 'hemelse voorziening'.
Het soldatenleven bevalt haar wel, al heeft Jan wel eens problemen met 'syne sedigheid' in contrast met de andere soldaten die naar 'de Meysjens van vermaek' gaan.
Op 21 augustus 1748 trouwt 'Jan' te Coevorden met Johanna Cramers, een sergeantsdochter, voor wie ze haar ware sekse verborgen weet te houden.
Na enkele omzwervingen werd 'Jans' regiment in Breda gelegerd. Daar werd ze herkend door de dochter van een gezin waar ze ooit als dienstmeid had gewerkt. Ze werd gearresteerd. Bij haar proces in 1751 moet zij nog gehoopt hebben op steun van de stadhouder van Oranje of tenminste op eeuwige roem, zoals bij amazonepirate Mary Read. Maar het feit dat ze in haar soldatentijd gehuwd was met een sergeantsdochter, werd haar zwaar aangerekend. Ze werd door de krijgsraad veroordeeld tot verbanning uit Brabant en Limburg en uit alle garnizoenssteden en haar huwelijk werd ongeldig verklaard.

Na wat omzwervingen kwam ze in Gouda terecht waar ze aan de kost kwam als naaister. Ze ging samenwonen met een nichtje van haar hospita. In 1761 leerde ze de ongewenst zwangere prostituée Cornelia Swartsenberg kennen. Zij haalde haar over weer als man te gaan leven en met haar in het huwelijk te treden. Maria nam nogmaals een mannelijke identiteit aan, deze keer als 'Machiel van Handtwerpen'. Het huwelijk vond plaats op 9 augustus 1762 te Zwolle. 'Machiel' nam opnieuw dienst als soldaat, eerst in het Staatse leger, later in het garnizoen van Amsterdam.

Op 15 november 1764 werd in de rooms-katholieke kerk De Posthoorn te Amsterdam het kind van Cornelia en 'Machiel' gedoopt, dat echter maar zes weken oud zou worden. Na een conflict nam 'Machiel' ontslag uit de dienst en ging het echtpaar wonen in een steegje in de Jordaan.


In 1769 overkwam Maria hetzelfde als haar in Breda was overkomen: tijdens een uitstapje in Gouda werd ze door een kennis herkend en ontmaskerd als "travestiet". Ze werd gearresteerd en de overheid liet haar medisch onderzoeken. De schepenbank van de stad veroordeelde haar tot verbanning. Door alle commotie en het langdurige proces raakte Maria zwaar verbitterd. Na haar verbanning uit Gouda werd lange tijd niets meer van haar gehoord. Uiteindelijk keerde ze terug naar haar geboortestad Breda, waar ze in 1781 overleed en van de armen werd begraven. op het achterste deel van het kerkhof van de Markendaalsekerk. Ze was tweeënzestig jaar oud.


Markendaelse kerk Breda

Het leven van Maria van Antwerpen is opmerkelijk goed gedocumenteerd.
 


Haar biografie 'De Bredasche heldinne' (1751) opgetekend door Franciscus Lievens Kersteman. biedt niet alleen informatie over het leven van een vrouwelijke soldaat, maar ook over dat van een vrouw aan de onderkant van de samenleving, een leven dat ze met velen zal hebben gedeeld.
Kersteman, een mislukte student, die dienst had genomen in het Staatse leger. Hij zat in hetzelfde regiment als Maria en bovendien was hij een tijdlang haar medegevangene, omdat hij was gearresteerd wegens oplichting. Later zou Kersteman zich ontwikkelen tot een schrijver van romans, biografieën en juridische handboeken.
Verder zijn de zes uitvoerige verhoren bewaard die de Goudse schepenbank haar na haar tweede arrestatie afnam. Hierin vertelt ze weer veel over haar jeugd en eerste travestie-periode, en over haar leven tot 1769. Haar mededelingen tijdens het verhoor, die letterlijk werden genoteerd, bevestigen in grote lijnen wat we lezen in haar autobiografie.

Tenslotte is er ook een lied over Maria geschreven: "Vermaekelyk liedeken van een manhaftig vrouwpersoon die de Staeten van Holland vijf jaer en zes maenden gediend heeft als grenadier binne Breda. Dit was in deze tijd een gebruikelijke wijze om nieuws te verspreiden.


Maria van Antwerpens leven werpt licht op het verschijnsel van de vrouwelijke travestie in de tijd van de Republiek. Ze spreekt over haar motieven, met name de economische noodzaak om werk te zoeken, waarbij soldaat worden een laatste redmiddel was. Ze ontkent sexuele relaties met haar beide echtgenotes te hebben gehad, maar ze zegt ook dat ze ervan overtuigd was dat ze eigenlijk een man was. 'Ik ben in de natuur een manspersoon, maar uiterlijk een vrouwspersoon', zei ze tijdens haar verhoor. Dat wijst op wat tegenwoordig wordt aangeduid als transseksualiteit. Daarnaast geeft het leven van Maria van Antwerpen ons een bijzonder gedetailleerd beeld van het leven van een vrouw uit het gewone volk. We leren haar goed kennen, zowel haar opvliegend karakter, als haar gevoel voor humor. Door haar autobiografie te vergelijken met wat zij tijdens haar verhoren vertelde, kunnen we tenslotte meer te weten komen over de verhouding tussen literatuur en samenleving in de achttiende eeuw.

Bronnen

R.M. Dekker e.a. (red.), F. Kersteman, De Bredasche Heldinne, Hilversum 1988


Maria
van Antwerpen - Transgender uit de 18e eeuw

R. Dekker en L. van de Pol, Vrouwen in mannenkleren. De geschiedenis van een tegendraadse traditie. Europa 1500-1800, Amsterdam 1989

Rudolf Dekker en Lotte van de Pol, Daar was laatst een meisje loos. Nederlandse vrouwen als matrozen en soldaten. Een historisch onderzoek (Baarn 1981).


Rudolf Dekker en Lotte van de Pol, ‘Maria van Antwerpen, een transsexuele vrouw in de 18e eeuw?’, Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw 17 (1985) 101-115.


Maria van Antwerpen (Wikipedia)


Maria van Antwerpen – Digitaal vrouwenlexicon


F.L. Kersteman, De Bredasche heldinne. Rudolf Dekker, Gert Jan Johannes en Lotte van de Pol ed. (Hilversum 1988)  [hierin zijn ook opgenomen de verhoren en het vonnis van de Goudse rechtbank, en het nieuwslied].