Magnus Hirschfeld (1868 - 1935)



Magnus Hirschfeld (Colberg, 14 mei 1868 – Nice, 14 mei 1935) was een Duitse arts, schrijver en seksuoloog van Joodse komaf en een vroege voorvechter voor de emancipatie van homoseksuelen en transgender personen. Hirschfeld was een dynamische arts met een enorme inzet en een vederlichte vooruitgangsfilosofie, gebaseerd op een muurvast geloof in de natuurwetenschappen. Hij zette zich zowel als wetenschapper als activist in voor de (wettelijke) acceptatie van homoseksualiteit en voor de seksuologie als volwassen wetenschap. Zijn ideeën liepen voor op het gedachtegoed van Harry Benjamin (1966). Deze publiceerde in 1966 het boek The transsexual phenomenon. Hirschfeld  ligt aan de basis van de moderne LGBT-beweging. Hirschfeld was bovendien de eerste die het fenomeen leven in een genderrol die niet overeenkomt met zijn / haar natuurlijke sekse wetenschappelijk benaderde. Zijn wetenschappelijke onderzoek een enorme invloed heeft gehad op de houding tegenover homoseksualiteit in de twintigste eeuw. Dankzij Magnus Hirschfeld zouden homoseksuelen en transgenders niet langer meer gezien worden als personen met een psychiatrische aandoening of geestelijke afwijking en stond voor transpersonen de weg open voor geslachtaanpassende operaties. Zouden die operaties mogelijk zijn geweest als Hirschfeld niet had geleefd? Dat denk ik niet, maar de erkenning zou dan zeker nog een lange weg te gaan hebben.
Hirschfeld toonde aan dat travestie voorkomt bij beide seksen en bij elke seksuele oriëntatie en maakt dus duidelijk onderscheid tussen "travestie" en homoseksualiteit, in die tijd een vooruitstrevende gedachte.
Onder zijn leiding ontstond een eerste beweging die probeerde de positie van seksuele minderheden te verbeteren. Dat was het begin van de homo-emancipatie. Tegelijkertijd ontwikkelde zich in enkele grote steden, met name Berlijn, een levendige homo-gemeenschap. Zo telde Berlijn in de jaren twintig meer dan 100 cafés, bars en clubs voor homoseksuelen
Hirschfeld begon in 1888 aan zijn studies geneeskunde. Al vroeg was hij zich bewust van zijn eigen homoseksuele geaardheid, maar uit angst dat dit zijn wetenschappelijk werk zou schaden, zou hij pas op latere leeftijd enige aandacht aan zijn eigen liefdesleven besteden. Al tijdens zijn studie verzette hij zich  tegen de heersende opvatting dat homoseksualiteit een ziekte en een misdaad is.
In 1895 vestigde hij zich als arts in Berlijn. Als geneesheer was hij diep getroffen door de zelfmoord van één van zijn patiënten, die niet in staat was zijn ouders in te lichten over zijn homoseksuele geaardheid en was verontwaardigd dat de wetenschap homoseksualiteit als een ziekte benaderde.

In 1896 publiceerde Hirschfeld zijn eerste brochure over dat onderwerp, getiteld Sappho und Sokrates. How Does One Explain the Love of Men and Women to Persons of their Own Sex?

In 1898 verscheen in een twaalfdelige serie het werk van de pionier Karl Heinrich Ulrichs in herdruk, de Forschungen über das Rätsel der mannmännlichen Liebe.

Wissenschaftlich-humanitäre Komitee (1897)
 Geconfronteerd met het conservatisme van zijn tijd en gedreven door een vastberaden humanisme richtte hij in 1897 de eerste politieke gay-beweging op: het Wissenschaftlich-humanitäre Komitee dat zich sterk inzette tegen de strafbaarstelling de gevreesde §175 van het Duitse Wetboek van Strafrecht (sodomiewet), die ‘tegennatuurlijke ontucht’, verbood Onder die noemer vielen zowel bepaalde homoseksuele handelingen als bestialiteiten.

Hirschfeld ging ervan uit dat homoseksualiteit een aangeboren variant van seksuele voorkeur was en dat er daarom geen reden was voor een verbod op de herenliefde (of de damesliefde).
Daarmee versterkte hij ook de basis voor de bemoeienis van de medische wetenschap met homoseksualiteit, iets wat in latere decennia niet altijd positief uitpakte - met o.a. gedwongen hormoonbehandelingen en castraties en conversietherapieën als uitwassen en ijverde hij daarom voor legalisering van homoseksualiteit. Hij werkte daarbij samen met de uitgever Max Spohr te Leipzig, die al eerder begonnen was met een reeks brochures ten bate van de emancipatie van homoseksuelen. Eén van zijn trouwste aanhangers was baron Hermann von Teschenberg, die ook zijn vriend werd.

Jahrbuch für sexuelle Zwischenstufen (1899)

In 1899 begon Hirschfeld met de uitgave van het monumentale tijdschrift Jahrbuch für sexuelle Zwischenstufen (tussenstappen), waarvan het drieëntwintigste en laatste jaardeel in 1923 verscheen. Het behandelt homoseksualiteit, androgynie, transseksualiteit en verschillende andere seksuele, geslachts- en gendervariaties in uitvoerige wetenschappelijke artikelen en boekrecensies, geschreven door een keur aan wetenschappers uit vele landen.

In totaal beslaan de delen van dit jaarboek zo'n 6000 pagina's. Ook gaf Hirschfeld andere tijdschriften uit, zoals het Zeitschrift für Sexualwissenschaft (1908) en later het geïllustreerde maandblad Die Aufklärung.

links: Was muss das Volk vom dritten Geschlecht wissen (1901)



In 1910 publiceerde hij de wetenschappelijke publicatie: Die Transvestiten : Eine Untersuchung über den erotischen Verkleidungstrieb. Met de term "transvestiten" zette hij de wereld wel op het verkeerde been.

In 1914 publiceerde hij 'Die Homosexualität des Mannes und des Weibes', een traktaat met gegevens van zo'n 10.000 mensen om homoseksualiteit uit de taboesfeer te halen.

Institut für Sexualwissenschaft (1919)
Onder de liberale sfeer van de Weimar Republiek stichtte Hirschfeld in 1919 Berlijn samen met de dermatoloog Friedrich Wertheim en de zenuwarts Arthur Kronfeld 's werelds eerste instituut voor wetenschappelijk onderzoek van seksualiteit, het Institut für Sexualwissenschaft, dat gevestigd was in de stadsvilla van de vorstelijke familie Von Hatzfeldt, die Hirschfeld gekocht had.


Anders als die Andern
Ook het medium film werd door Hirschfeld gebruikt in zijn strijd voor seksuele voorlichting. Hij was de drijvende kracht achter de film Anders als die Andern (1919), waar voor het eerst een homoseksuele man als sympathieke persoonlijkheid ten tonele werd gevoerd - gespeeld door de destijds al beroemde acteur Conrad Veidt. Ook Hirschfeld speelde een rol in de film, als zichzelf. Deze film werd echter meteen verboden. Datzelfde lot was Hirschfelds latere voorlichtingsfilm Gesetze der Liebe (1927) beschoren. Beide films zijn gelukkig wel bewaard gebleven.



In 1920 werd Hirschfeld door rechts-extremistische jongeren in München ernstig mishandeld, zozeer dat in sommige kranten zijn overlijden werd gemeld. In de jaren twintig zette Hirschfeld zich onder meer in voor het organiseren van congressen over seksuele hervorming.

In 1923 sprak hij niet meer over "transvestiten" maar van "transseksuelen” als was die term niet gelukkig gekozen: de term transseksueel heeft maar zijdelings te maken met seksualiteit. Sindsdien is men op zoek gegaan naar een betere term en werd dit "transgender" of "transpersoon".
Op 16 november 1923 hield Hirschfeld in Den Haag een lezing over zijn onderzoek. Op verzoek van de Russische regering maakte hij in 1926 een reis naar Moskou en Leningrad. Vijf jaar later ging hij op een lange wereldreis naar Amerika, Azië en het Midden-Oosten.

Eerste geslachtsaanpassende operatie
Samen met dermatoloog Friedrich Wertheim en zenuwarts en psychotherapeut Arthur Kronfeld experimenteerde hij in de periode 1920-1930 met geslachtsaanpassende operaties.
De eerste operatie voor geslachtsverandering die in 1930 werd verricht bij Lili Elbe stond waarschijnlijk onder zijn supervisie.

In 1930 schreef hij een zeer omvangrijk driedelig oeuvre over seksualiteit in velerlei variaties; daaronder is het vijfdelig standaardwerk Geschlechtskunde (1926-1930), dat zo'n 3200 pagina's en 1300 illustraties bevat. Homoseksuelen werden in Duitsland toen “Urningem” of Uranian genoemd, naar de Griekse godin van de knapenliefde.





1930-1935
Vanaf 1930 voelde de arts zijn gezondheid achteruitgaan..Hij ging naar Nice indertijd een populaire plek voor welgestelde mensen met een zwakke gezondheid. De frisse zeelucht en een zacht klimaat zouden bijdragen tot genezing.

Vanaf 1931 meed hij Duitsland. Toen in Duitsland Adolf Hitler in 1933 aan de macht kwam vernielden de nazi's zijn Institut für Sexualwissenschaft (Instituut voor Seksuelatiteitswetenschap).
In verband met de sterk verslechterde politieke situatie in Duitsland vond Hirschfeld het raadzaam om niet meer naar Berlijn terug te keren. In 1932 ging hij in ballingschap naar Ascona, daarna naar Parijs, waar hij in mei 1933 op het filmjournaal moest zien dat het Institut für Sexualwissenschaft door de nazi's geplunderd werd en de bibliotheek samen met zijn portret in brons in de vlammen werd geworpen.
Op 14 mei 1935 overleed hij in Nice op zijn 67e verjaardag aan een hartaanval.

Magnus Hirschfeld (Wikipedia)


Vrij Nederland. Boekenbijlage 1987




§175
In het Derde Rijk en ook nadien in West-Duitsland werden homo's nog steeds vervolgd onder §175.

De DDR verwijderde in 1950 alle nazi-wijzigingen aan het artikel uit haar wetboek, maar in de Bondsrepubliek werden tussen 1945 en 1969 100.000 mannen verdacht van homoseksuele handelingen zoals die gedefinieerd werden in het wetsartikel van de nationaalsocialisten, en 50.000 van hen werden veroordeeld; velen van deze laatste groep pleegden zelfmoord. In 1969 verzachtte de Bondsrepubliek paragraaf 175 naar een leeftijdsgrens van 21 jaar; de grens werd bijgesteld naar 18 in 1973, en uiteindelijk werd de gehele paragraaf in 1994 afgeschaft.

Der Einstein des Sex
Tijdens zijn verblijf in Los Angeles werd Hirschfeld door Amerikaanse journalisten de Einstein van de seks genoemd.
In 1999 verfilmde de Duitse cineast Rosa von Praunheim het leven van Magnus Hirschfeld als eerbetoon voor deze belangrijke pionier in de strijd tegen homofobie onder de filmtitel Der Einstein des Sex, de bijnaam die de pers destijds aan Magnus Hirschfeld had gegeven.
De film concentreert zich op de gevoelige, gekwelde persoonlijkheid van Hirschfeld, op zijn emotionele leven en zijn politieke strijd. Ook het verloop van zijn liefdesaffaire met Baron von Teschenberg, de gelukkige jaren met Giese, zijn discussies met de conservatieve antisemitische schrijver Adolf Brand en zijn relatie met zijn vriend en beschermengel, de travestiet Dorchen, komen aan de orde.

Magnus Hirschfeld (Wikipedia)
Magnus Hirschfeld Vrij Nederland. Boekenbijlage 1987