Corinne van Tongerloo (1936)



In 1936 wordt Cornelis geboren in een groot en warm nest met twee broers en vier zussen, een Vlaamse vader en een Franse moeder.

“Als kind wou ik al een meisje zijn”, vertelt transgenderpionier Corinne van Tongerloo (81), geboren als Cornelis. HIj is waarschijnlijk de eerste Belgische man die een vrouw werd. “Ik heb me altijd een vrouw gevoeld, alleen ben ik in het lichaam van een man geboren.”

Al heel vroeg besefte ik dat ik anders was., dat er iets niet klopte. Als kleuter wilde ik zijn zoals mijn zussen en speelde ik het liefst met poppen en met vriendinnetjes. Ik trok hun schoenen aan, soms ook hun kleedjes. Zij vonden die verkleedpartijtjes wel leuk. Ik oefende zelfs balletpasjes bij een vriendinnetje thuis. Het liefst bladerde ik in modemagazines, tekende ik jurken voor mijn vriendinnen en zussen en droomde er stiekem van ooit een ballerina te worden.

Voetballen met mijn broers of aan wilde jongensspelletjes meedoen, dat interesseerde me niet. Ik zat liever thuis bij mijn moeder, met mijn kinderstrijkijzer de zakdoekjes te strijken terwijl zij de rest van de was onder handen nam. In de winkel kreeg mijn moeder soms complimenten: wat een schattig dochtertje hebt u. ‘Het is mijn zoon’, zei ze dan. En mijn vrouwelijk gedrag, dat deed ze af als een kinderlijke gril. Ze vond dat lief en schattig.

Mijn vader accepteerde mijn vrouwelijke kant niet. Toen ik tien was, zei mijn vader tegen mij: “Jongen, je hebt een heel vrouwelijke kant en daar moet je tegen vechten. Want anders ga je heel je leven ongelukkig zijn. De mensen spuwen in je gezicht.”  Hij vond dat ik met mijn broers moest gaan spelen, dat ik moest gaan voetballen zoals een jongen. Toen ik acht was, riep hij me bij hem in zijn kamer en sprak hij me streng toe. Ik moest vechten tegen mijn vrouwelijke kant, anders ging ik nooit gelukkig worden en gingen mensen lelijke dingen over mij zeggen. Achteraf gezien zei hij dat wellicht om mij te beschermen.

Ik groeide op tijdens de oorlogsjaren in het Antwerpse Schipperskwartier, een arme, maar volkse en solidaire buurt. Een jongen met vrouwelijke trekken, dat kon alleen maar een janet zijn. En homoseksualiteit was in de jaren dertig en veertig strafbaar, daarvoor vloog je naar de gevangenis. Transgender, dat bestond niet eens. Niemand wist wat dat was en wie ik eigenlijk was. Ik moest zelf op zoek gaan naar een oplossing.

Ik voelde me heel verward als kind en jongeman. Ik wist dat ik anders was, soms dacht ik dat ik ziek was. Of dat ik wel heel slecht moest zijn, omdat ik het lichaam dat God mij gegeven had niet aanvaardde, en geen man kon zijn zoals de andere mannen. Als me iets slechts overkwam, dan dacht ik: God straft mij.

Ik voelde me ook aangetrokken tot mannen. In het Antwerpse gaycafé Chez Mon beleefde ik mijn eerste liefde. Ik verkleedde me er geregeld als vrouw en ging als balletdanser aan het werk bij variététheater Oud België, de Vlaamse Opera, Folies Bergère. In die tijd was er een gebrek aan mannelijke balletdansers, en ik kon me uitleven in die kunstvorm. Maar mijn vrouwelijkheid uitspelen kon alleen op het podium, in rollen. Daarna moest ik mijn jongens­kleren weer aantrekken.

Ik begreep wat het was en wie ik was toen ik hoorde over Coccinelle, een Parijse cabaretster, een man die zich tot vrouw had laten opereren bij dokter Burou in Casablanca. Ik las ook een artikel over een GI in Amerika, die vrouw was geworden. Dat gaf me hoop. Ik wist toen: ik kan worden wat ik wil zijn: een vrouw.

Cornelis wordt ouder en probeert zijn eigen weg te zoeken, in een periode waarin dat allesbehalve gemakkelijk is. Hij  is zeventien wanneer hij besluit toch te beginnen met dansen, tegen de wensen van zijn omgeving en vooral zijn vader, in. Via het ballet komt hij in de travestiewereld terecht en daar ontdekt hij de waarheid: "Ik wil eigenlijk een meisje zijn."

Hij vertrekt naar Amsterdam, waar hij wordt aangenomen als travestiet en danser bij cabaret Madame Arthur. Zijn acts blijken een groot succes. Cor is er gelukkig.

Rond zijn 18de denkt hij even dat hij homo was. Hij wordt verliefd op een man en gaat samenwonen.

“De eerste jongen waarmee ik een relatie had, Jacques, was biseksueel, een vrije denker. We zijn heel lang samen geweest, maar ik was toen nog niet geopereerd. Ik begreep wel dat ik hem niet alles kon geven, dus van tijd tot tijd ging hij toch weer de dames opzoeken. Daar heb ik het heel moeilijk mee gehad, maar ik heb dat maar geslikt omdat ik zo verliefd was. Ik heb die operatie uiteindelijk ook min of meer voor hem gedaan. Anders had ik gedacht: waarom die operatie als het zo ook goed gaat? Onze relatie is uiteindelijk helaas niet blijven duren. Ik heb natuurlijk nog een paar andere relaties gehad, maar het kwam altijd ongeveer op hetzelfde neer. Ik raakte er nogal ontmoedigd van en heb op een gegeven moment besloten mijn leven te gaan leiden zoals het is. Ik besloot mijn leven niet op een man te baseren. Maar het was toch wel een gemis, moet ik zeggen. Het is echter niet zo dat ik als een nonnetje heb geleefd.”

Aan zijn verblijf in Amsterdam komt een eind als hij door de Nederlandse zedenpolitie wordt opgepakt en onder politiebegeleiding het land wordt uitgezet. Homofilie is in Nederland namelijk strafbaar.

Terugkeren naar België wil hij niet dus trekt hij naar Berlijn, waar hij zijn carrière als travestiedanser verder uitbouwt


In 1963 begint hij met hormonen. Die kon je krijgen bij een apotheker in Berlijn. Hij deed  dat in zijn eentje, met alle risico’s van dien, maar het was verboden, dus je moest oppassen wat je deed. "Ik kon niet naar een dokter, die zou me hebben laten opsluiten." Zelfs voor het dragen van vrouwenkleren heeft hij ooit eens een flinke boete gekregen, vertelt Corinne. "Het was een heel eenzaam bestaan, sommigen pleegde zelfmoord."

In Berlijn voelt Cor zich eindelijk vrij. Hij leert er gelijkgezinden kennen. Wij waren een soort familie. Wij waren ‘de hormonenmeisjes’, en van elkaar kwamen we alle geheimen te weten. Hij gooit al zijn mannenkleren weg, en begint stap voor stap aan zijn leven als vrouw.  Als revueartiest reist Cor, door heel Europa. Het is een manier waarop hij zijn gevoel eigenlijk een vrouw te zijn, vorm kan geven op het podium en soms daarbuiten. Maar ondertussen droomt Cor meer. Hij zet al zijn geld opzij en werkt elke dag, zeven op zeven, in het cabaret. Na twee jaar heeft hij eindelijk genoeg gespaard voor de op dat moment nog illegale en clandestiene, geslachtsoperatie in Casablanca.

In 1971 stapt Cor op het vliegtuig naar Marokko om zich te laten opereren door de enige dokter ter wereld die geslachtsoperaties deed, wat in die tijd, nog een pijnlijke, eenzame en soms levensgevaarlijke sprong in het diepe was.

Na zijn operatie keert Cor terug als Corinne Van Tongerloo. Ze trekt zich terug uit het nachtleven en wil het verleden achter zich laten en haar nieuwe leven zo discreet mogelijk leven. Sommige van haar neven en nichten wisten zelfs niet dat ze ooit een man was geweest.

Net als veel andere vrouwen die in Casablanca een operatie hadden ondergaan, leed ook Corinne onder de zware complicaties die haar bijna het leven kostten. “Ik had gedacht dat ik me na de operatie eindelijk goed zou voelen. Maar in plaats daarvan was er pijn, complicaties, vele donkere, bange uren”.

Een hersteloperatie in Hamburg keerde het tij en vanaf dan kon Corinne haar leven in alle rust verder leven als vrouw. En dat leven is even klein, ontroerend als dapper en dramatisch. Ze leeft met haar moeder en haar hondjes, ze wordt verliefd op mannen die haar hart breken of die van hen. Ondertussen koestert ze haar vriendinnen uit haar tijden in de revue en wordt ze met flair en gratie een mooie oude dame van inmiddels ver in de tachtig.

"Het zou veel gemakkelijker zijn geweest als ik nu zou hebben geleefd. Ik ben ontzettend blij dat transgenders het tegenwoordig makkelijker hebben. Ik zit soms te wenen voor de televisie als ik iets zie over transgenders: een jong kind dat in een jurkje naar school mag. En die ouders zijn zo lief. Ik ben nu 80 jaar en ik denk: Oh godzijdank, ze hebben het niet zo moeilijk als ik. Daar ben ik heel, heel dankbaar voor.

Nu weet iedereen wat een transgender is. Er zijn psychologen die je kunnen helpen, er zijn veilige operaties mogelijk, ook in België. Maar langs de andere kant: ik heb zoveel grote ervaringen beleefd. Mijn moeder zei me eens: ‘Tu as bouffé la vie’; jij hebt geleefd voor twee.

Als ik nu terugkijk op mijn leven, mijn reizen, mijn operaties, dan vraag ik me af waar ik het lef allemaal vandaan haalde. Ik zou het nu niet meer durven. Maar ik heb het toch gedaan."



Casablanca voorbij, door Corinne van Tongerloo en Linda Asselbergs. Kartonnen dozen, 101 blz, 19,95 euro.

Het boek over haar bewogen leven leest als een avonturenroman, vol onverwachte wendingen en sterke emoties. Tegelijk is het een tijdsdocument van een periode waarin van een medische of psychologische begeleiding van transgenders geen sprake was. Maar bovenal is het een ode aan de moed en de veerkracht van een bijzondere vrouw, die er ondanks beproeving en tegenwerking in slaagt om zich tot een evenwichtige en optimistische persoonlijkheid te ontwikkelen.

I am a woman now

In de documentaire I am a woman now volgt documentairemaker Michiel van Erp een vijftal vrouwen, waaronder Corinne van Tongerloo, die behoren tot de eerste generatie transgender personen die een fysieke transitie ondergingen. Allen werden zij in de jaren vijftig, zestig, zeventig van de vorige eeuw geopereerd door ‘wonderdokter’ Georges Burou in Casablanca, Marokko. De toen 75-jarige Corinne maakte een moeilijke beslissing door hieraan mee te werken: “Ik was eerst een beetje bang om mee te werken. Je moet alles eruit werpen. Je moet over heel je leven klappen. Ik had al eens eerder een aanbod gehad om aan een dergelijk project mee te werken, maar Antwerpen is zo’n kleine stad en mensen kunnen soms erg raar zijn, dus ik heb toen vriendelijk bedankt.  Ik ben altijd voorzichtig geweest met mijn verhaal. Tot het verschijnen van deze documentaire wist buiten mijn naaste familie, niemand in mijn omgeving dat ik een transitie had ondergaan. Ik dacht, waarom zou ik ermee te koop lopen? Natuurlijk, als je een fysiek of een stem hebt waar iemand iets aan merkt, dan is dat misschien wat moeilijker, maar godzijdank is de natuur goed voor mij geweest.” Michiel verzekerde mij echter dat ik vertrouwen moest hebben, dat hij alleen maar iets heel moois wilde maken. Ik dacht, ik ben nu 75 jaar oud, wat heb ik eigenlijk nog te verbergen.”

Van Erp brengt de zware verhalen van deze vrouwen op een eerlijke, harde, maar soms ook grappige manier in beeld. Ontroerende verhalen over vrouwen die door schade en schande wijzer zijn geworden dan ze misschien hadden gewild.

Casablanca voorbij- Het bewogen leven van transgenderpionier Corinne Van Tongerloo - Linda Asselbergs, Corinne Van Tongerloo

Corinne van Tongerloo Radio 2