Kees Jonkman (Kitty) |
Het zat, achteraf bezien, altijd al in hem. Dertien jaar was Kees toen hij stiekem kleding uit de kast van zijn zus pikte. "Die trok ik aan als er niemand thuis was. Ik viel wel gewoon op vrouwen, maar voelde me vaak ook een meisje. Dat liet ik aan niemand merken. Kees was twee keer getrouwd, maar droeg zijn vrouwelijke gevoelens nooit uit. "Mijn ex-vrouwen wisten er niks van. Zelf was ik er ook niet mee bezig. Ik had het te druk met andere dingen." Rond zijn veertigste, nadat ook zijn tweede huwelijk was gestrand, zocht Kees online op travestie en transgenders. "Ik begreep eindelijk wat me mankeerde. Vanaf dat moment trad ik als Kitty naar buiten. Dat speelde zich vooral 's nachts in het uitgaansleven af." Overdag werkte Jonkman als bouwvakker. Hoewel hij soms moeilijk aansluiting vond in die machowereld, oogde hij zo potig en rauw dat zijn collega's hem eerder als een aardige, zonderlinge knakker beschouwden dan dat ze ooit een Kitty in hem hadden vermoed.
Toch
durfde Jonkman het op
een dag
aan om ze een foto van zichzelf als Kitty te laten zien.
"We dronken op vrijdagmiddag na het werk altijd een
slokkie in de kroeg. Ik liet die foto zien. Mijn collega begon te
lachen. 'Dat
meen je niet, man! Ben jij dat? Je dolt me!' De foto ging meteen rond.
Tot
grote hilariteit van iedereen. Maar op een enkeling na werd het toch
geaccepteerd."
Kees móest het wel vertellen, omdat het anders hoe dan
ook was uitgekomen.
Als Kitty voelde hij zich anders. Socialer, zachter, vrijer.
Ze veroverde steeds meer terrein. Hij liet zijn haar groeien, kocht
borstprotheses, schoor zijn benen glad en was zuinig op zijn lange
nagels, al
brak er met timmeren weleens eentje af. Glorietijden waren het, totdat
hij er
langzamerhand minder plezier in kreeg."Ik
werd steeds vaker uitgescholden. Als ik de straat
op ging, gewoon in spijkerbroek, niks hoerigs, kreeg ik
scheldkanonnades over
me heen: 'Homo! Vuile travestiet!' Ik kon mijn huis niet meer uit of
het begon.
Ook als ik gewoon in mijn bouwvakkerskloffie thuiskwam. Zelfs kinderen
deden
het. Dat vond ik het ergst."
Tegelijkertijd
worstelde Kees steeds meer met wie hij nu
eigenlijk was. Als hij zichzelf bij toeval in een etalageruit zag, wist
hij
niet meer of hij nu Kitty of Kees was. "Ik heb hierover gesproken bij
de
genderkliniek van het VUmc. Zij konden me niet verder helpen, omdat ik
mezelf
niet dagelijks als Kitty liet zien. Dat wilde ik niet vanwege het
gescheld en
het geroep. Toch was dat wel een voorwaarde voor verdere stappen en een
operatie." Vanaf dat moment besloot hij een punt achter Kitty zetten.
Alleen
de foto's aan de muur en misschien nog ergens een
verdwaalde poederkwast herinneren aan haar. Verder is alles weg.
Makkelijk was
het niet.
"Ik knipte
als
eerst mijn haar kort. Dan zit je in een kappersstoel en zie je je lange
lokken
op de grond vallen."
Alle kleding en accessoires, ook de goede, dure dingen, deed
hij in een vuilniszak. Hij sloopte de bar, de spiegel met de lampjes
eromheen.
Travestieten wilde hij niet meer over de vloer hebben. Een collega,
inmiddels
een goede vriend, probeerde hem op te beuren: 'Hé Kees, als jij nog 'ns
als
Kitty met mij naar de bioscoop wilt, heb ik daar geen problemen mee,
hoor.'
"Die maat ging er goed mee om. Hij ziet mij nog steeds als
Kitty en Kees door elkaar. Maar die bioscoop hoefde voor mij niet. Ik
ben nu
gewoon Kees."
Kitty drukte Kees
vroeger weg, vindt hij. "Voor haar deed ik alles. Ik gaf er al mijn
geld
aan uit. Nu is Kees meer aanwezig." Nee, hij mist haar niet. Geen jurk
heeft hij ooit nog aangetrokken. Muziek die hem aan Kitty doet denken,
is er
niet. Terughoudend: "Neuh, dat niet. Geen muziek, nou bepaalde liedjes
misschien."
"Mooi was dat. Als
ik
die plaat hoor... Ja, dan heb je me wel."
Eigenlijk, als hij heel eerlijk is, bevalt Kees hem maar matig. Sinds Kitty weg is, is hij eenzaam. "Met Kitty was het feest, gezelligheid. Nu is het vuurtje geblust. Als Kees ben ik niet zo amicaal. Eerder gesloten, een huismus, een einzelgänger, omdat ik me nergens echt thuis voel." Toch is Kitty nooit écht verdwenen. Dat zal ook niet gebeuren. Ze zit voor altijd in mijn hoofd. Ik hoef me niet als Kitty te kleden om me zo te voelen."
De acht jaar dat Kitty
naar
buiten kwam, waren de mooiste van zijn leven. "Ik vind het weleens
jammer,
maar soms heb je geen keuze. Dan word je in een bepaalde richting
gemanoeuvreerd
en moet je daarmee leven."
Om zijn gedachten te verzetten, werkt hij zo veel mogelijk. Inmiddels
niet meer
in de bouw, maar als chauffeur. "Radio aan en rijden. Gewoon als Kees.
Dat
helpt." Soms, als hij dan onderweg meisjes lachend op straat ziet
lopen,
is Kitty er ineens en zegt ze zachtjes: 'Jullie beseffen niet wat een
geluk je
hebt.'
Kees Jonkman: 'De 8 jaar
als Kitty waren de mooiste van mijn
leven'
Door: Marloes de
Moor
Het Parool 21 februari 2017
Kees Jonkman was in 2001 te zien in de documentaire Lang Leve Hennie, Kitty en Juul van Michiel van Erp.
Kees Jonkman: 'De 8 jaar als Kitty waren de mooiste van mijn leven'Als je
een aanvulling of opmerking hebt over deze site dan kun je een
mailtje sturen naar Transarchief |