Chevalier d'Éon (1728-1810)

   

Rechts: Een schilderij uit de 18de eeuw dat aan een galerie in Londen is verkocht als 'Portret van een vrouw', blijkt in werkelijkheid het portret van een man in vrouwenkleding te zijn. Voor zover bekend is het daarmee het eerste schilderij waarop een transgender wordt afgebeeld. Het viel de koper van het schilderij, verzamelaar Philip Mould, op dat er iets raars aan de hand was met het portret. De spieren op het gezicht en iets wat leek op stoppels trokken zijn aandacht. "Terwijl het schilderij werd schoongemaakt en gerestaureerd, kwamen de mannelijke trekken van de geportretteerde steeds meer naar voren", zegt Mould.

Het verhaal van Charles D'Éon, volledige naam Charles-Geneviève-Louis- Auguste-André-Timothée D'Éon de Beaumont, is bijzonder. In 1755 ging hij werken voor de geheime dienst van de Franse koning Louis XV.
Als diplomaat en spion diende hij de Franse koning, voor wie hij naar eigen zeggen in Rusland een geheime missie met succes volbracht, door vermomd als vrouw de gunst van tsarina Elisabeth Petrovna (1741-1762) te winnen. Van 1756 tot 1760 was D'Éon secretaris bij de ambassade in St. Petersburg.
In oktober 1760 keerde hij terug naar Frankrijk en kreeg hij een pensioen van 2000 livres voor zijn verdiensten. In mei 1761 werd hij kapitein van de dragonders en nam hij deel aan de Zevenjarige Oorlog in de Slag van Villinghausen (15 en 16 juli 1761, waarbij de Fransen strijd leverden tegen een geallieerd leger van Pruisen, Britten en Hannoveranen. D'Éon raakte in die strijd gewond.
D'Éon moet in zijn dragonderuniform al zeer vrouwelijke verschijning zijn geweest. Velen waren ervan overtuigd dat zich onder zijn mannenkleren een vrouwenlichaam verborg. Er werden zelfs weddenschappen afgesloten dat hij geen man maar een vrouw was. D'Éon weigerde zich echter te laten onderzoeken want wat de uitkomst ook zou mogen zijn, het zou voor hem een aantasting zijn van zijn eer.<
Na de dood van tsarina Elizabeth in januari 1762 zou hij in Rusland blijven, maar in plaats daarvan werd hij aangesteld als secretaris van de hertog van Nivernais voor wie hij naar Londen reisde om daar te werken aan een vredesverdrag die een eind moest maken aan de Zevenjarige Oorlog. Dit verdrag kwam in 1763 tot stand. 
Voor zijn verdiensten werd D'Éon rijkelijk beloond en werd hij benoemd tot ridder in de orde van Saint-Louis. Sindsdien heette hij Chevalier D'Éon. Hij keerde terug naar Londen waar hij werd bekleed met een hoge diplomatieke functie. Hij zou ook kennismaken met de vrouwenversierder en avonturier Giacomo Casanova. 
D'Éon moet zich toen heel vrouwelijk hebben gedragen. 
Dat D'Éon zich vrouwelijk gedroeg was Casanova ook al opgevallen.


”Ondanks zijn grote politieke kennis en mannelijk gedrag, vermoedde ik dat er iets mis was met zijn manzijn', lezen we in deel negen van Casanova's Histoire de ma vie.
D'Éon gebruikte zijn hoge positie om te spioneren voor de Franse koning. 
Door de contacten die hij aanknoopte met de Engelse adellijke kringen probeerde hij informatie te verzamelen voor een invasie die Lodewijk XV heimelijk beraamde, overigens zonder medeweten van zijn ministers.
De verwachting van D'Éon benoemd te worden tot ambassadeur werd de bodem ingeslagen, toen de comte de Guerchy in zijn plaats werd benoemd. D'Éon werd in zijn oude functie van secretaris hersteld.
Na enkele maanden kreeg D'Éon onenigheid met de Franse ambassadeur. Nadat zijn pensioen was stopgezet probeerde hij Guerchy in diskrediet te brengen door het publiceren van geheime correspondentie.


Maar hij publiceerde niet alles: Lodewijks heimelijke invasieplannen liet hij achterwege. Hij beschuldigde Guerchy van een poging tot moord, waarop deze hem aanklaagde wegens smaad en hem tot banneling verklaarde. D'Éon hield zich schuil en wist zich intussen te verzekeren van de sympathie van de Engelse bevolking. Guerchy werd publiekelijk uitgejouwd en zijn residentie met stenen bekogeld. Ondertussen hield D'Éon zich bezig met het schrijven van zijn uitvoerige memoires onder de titel Les loisirs du Chevalier d'Éon, die in 1774 in dertien delen werden uitgegeven in Amsterdam.

Guerchy werd teruggeroepen naar Frankrijk en D'Éon kreeg in juli 1766 van koning Lodewijk XV voor zijn verdiensten een pensioen toegekend. D'Éon had de koning een bedrag van 100.000 livres gevraagd om zijn hoge schulden te kunnen af te betalen (en als afkoopsom voor zijn stilzwijgen), maar de koning weigerde op zijn verzoek in te gaan.

D'Éon werkte daarna als spion in ballingschap in Londen. Het bezit van Lodewijks geheime correspondentie beschermde hem tegen verdere acties, maar D'Éon mocht niet terugkeren naar Frankrijk.
Om niet te worden herkend, verkleedde D'Éon zich als vrouw.

Lodewijk XVI, die in 1774 de troon besteeg, maakte een eind aan alle onzekerheid door zijn afgezant Pierre de Beaumarchais met D'Éon tot een overeenkomst te komen. D'Éon mocht terugkeren naar Frankrijk en zou zijn pensioen behouden, maar moest de geheime correspondentie met Lodewijk XV afdragen.
Chevalier D'Éon verklaarde fysiek geen man te zijn maar een vrouw en vroeg de Franse overheid haar als zodanig te erkennen. Hij verklaarde als meisje te zijn geboren en als jongen te zijn opgevoed omdat zijn vader Louis D'Éon alleen kon erven van zijn schoonfamilie als hij een zoon had.Lodewijk XVl stemde met deze lezing in, maar eiste wel dat D'Éon zich voortaan als vrouw zou kleden en gedragen. D'Éon mocht zijn ridderlijke onderscheiding behouden. Ze stemde hiermee in, vooral ook omdat de koning haar de geldmiddelen gaf om een damesgarderobe aan te schaffen.

In 1777, na veertien maanden van onderhandelen keerde D'Éon terug naar Frankrijk. Voor zes jaar werd zij verbannen naar het familiebezit in Tonnere (Bourgogne).

Toen Frankrijk in de Amerikaanse Vrijheidsoorlog de rebellen steunde, vroeg D'Éon zich bij de Franse troepen te mogen aansluiten, maar haar verbanning verhinderde dit.

n 1779 werden d'Éon Memoires La Vie Militaire, politique, et privée de Mademoiselle D'Éon, gepubliceerd. 
Een vriend, La Fortelle, was hiervoor de ghostwriter en waarschijnlijk was hij ook verantwoordelijk voor de verfraaiingen die hierin werden aangebracht.

In 1785 mocht d'Éon terugkeren naar Engeland. Haar pensioen dat zij ontving van Lodewijk XV werd door het Franse revolutionaire regime stopgezet en haar bezittingen, waaronder haar bibliotheek en sieraden werden in beslag genomen. Ook de familiebezittingen in Tonnere werden door de staat geconfisqueerd.

In 1792 stuurde zij een brief naar de Franse Nationale Assemblee waarin zij aanbood een regiment vrouwelijke soldaten te leiden tegen de Habsburgers, maar dit aanbod werd afgeslagen.

D'Éon raakte in 1796 ernstig gewond toen zij deelnam aan een schermtoernooi in Southampton.
De laatste jaren van haar leven woonde zij samen met een weduwvrouw.

In 1804 werd d'Éon wegens haar schulden vijf maanden opgesloten in een gevangenis.
Ze tekende een contract voor een biografie dat zou worden geschreven door Thomas William Plummer.
Van publicatie is het echter niet gekomen, omdat d'Éon als gevolg van een val verlamd geraakt was.
Haar laatste dagen was zij gedwongen het bed te houden.
Zij stierf op 21 mei 1810 in armoede op 81-jarige leeftijd.

Na haar dood bracht een autopsie aan het licht dat D'Éon wel degelijk een man was geweest. Zijn huishoudster zou uren nodig hebben gehad om van de schrik te bekomen. Sindsdien is er vlijtig gespeculeerd over wat hem kan hebben bewogen zich een groot deel van zijn leven als vrouw voor te doen. Was hij een transgender? Was hij een transseksueel, die in de huidige tijd ongetwijfeld een geslachtsoperatie zou hebben ondergaan? De term 'eonisme', die in de psychiatrie wordt gebruikt voor mannen die zich als vrouw verkleden en gedragen, is van d'Eons naam afgeleid. Vandaag de dag is hij een icoon voor de Britse transgenders.

Bron::
Charles d'Éon Wikipedia


Literatuur:

Diverse toneelstukken en romans, vaak in de vorm van fictieve memoires, zijn er al gewijd aan de chevalier D'Éon, die indertijd ook zelf het nodige heeft geschreven, waaronder een – tijdens zijn leven nooit gepubliceerde en door de specialisten als onbetrouwbaar aangemerkte – autobiografie. 

Dat alles heeft Paul Claes er niet van weerhouden om met zijn roman De kameleon een nieuwe poging te wagen.

Paul Claes: De kameleon



Als je een aanvulling of opmerking hebt over deze site dan kun je een mailtje sturen naar Transarchief