Transgenders
zijn er altijd wel geweest. Alleen het begrip transgender kende men
vroeger niet. Voor het begrip gebruikte men in het begin andere termen:
zoals travestieten, transseksuelen, begrippen die pas voor het eerst
gebruikt werden in het begin van de 20e eeuw toen het fenomen voor het
eerst wetenschappeijke aandacht kreeg
Pas aan het eind van de 20e eeuw kreeg werd het verschijnsel in verband
gebracht met genderidentiteit en genderdysforie
(ook wel omschreven als
wordt “het gevoel in een verkeerd lichaam te zitten” ofwel "mannen
voelen zich vrouw" cq "vrouwen voelen zich man". De begrippen "man"
= "mens van het mannelijk geslacht" en "vrouw" = "mens van het
vrouwelijk geslacht, hebben tegenwoodig een andere betekenis gekregen:
een "man" kan een "mens van het vrouwelijk geslacht" zijn maar zich
"man" voelt en een vrouw kan een "mens van het mannelijk geslacht
zijn", maar zich "vrouw" voelt (met of zonder geslachtsaanpassende
verandering).
Genderdysforie, of, zoals het toen heette ‘transsexisme’, was tot in de
jaren '70 van de vorige eeuw niet algemeen bekend in Nederland - laat
staan geaccepteerd. Een keuze voor jezelf betekende automatisch een
keuze tegen de maatschappij en een enkeltje richting outcast.Veel
verder dan sensationele berichtgeving kwam men niet. Verbazing en
nieuwsgierigheid waren nog milde reacties; afschuw en afwijzing kwamen
vaak voor. In de beeldvorming waren transseksuelen óf prostituees die
het nachtleven voorzagen van een pervers randje óf psychiatrisch
ernstig getroubleerde mannen. Dat er ook vrouw-naar-man transseksuelen
bestonden, dus geboren meisjes, leek bijna niemand te weten.
Genderidentiteit wordt door iedereen weer anders beleefd en aan de
eigen wensen en behoeften ingevuld. De ene transgender wil een
gehele of gedeeltelike operatieve geslachtsverandering, de ander wil
alleen met hormonen het lichaam aanpassen aan de andere sekse en weer
een ander is tevreden met het lichaam waarin hij/zij is geboren en wil
slechts af en toe in de huid kruipen van het andere geslacht. Er bleek
ook behoefte te zijn aan andere termen. zoals transvrouw / transman,
transgenderist, crossdresser, genderbender, genderqueer of queer.
De term transseksueel is feitelijk geen juiste benaming.
Transseksualiteit heeft immers maar zijdelings te maken met
seksualiteit, niets te maken met het geslacht van de mensen tot wie men
zich aangetrokken voelt, maar alles met de eigen geslachtsidentiteit.
Sommigen voelen zich niet blij met de term travestiet
Begrippen
Androgynie
Androgyn is Iemand die geen of heel weinig
seksuele aantrekking ervaart. Aseksuele mensen kunnen wel romantische
aantrekking naar anderen ervaren.
De biseksuele vlag. De roze baan staat voor liefde voor vrouwen, de
blauwe baan staat voor liefde voor mannen en de paarse baan in het
midden staat voor liefde voor beide seksen.
Cisgenderpersoon
Iemand die niet transgender is. Deze term heeft dus betrekking op
iedereen bij wie het geslacht zoals dat bij de geboorte werd genoteerd,
overeenkomt met de genderidentiteit.
Gender
De term gender verwijst naar de manier waarop iemand invulling geeft
aan het man of vrouw zijn. In het kort betekent dit dat het een
combinatie is van lichamelijke (geslachts)kenmerken, de mate waarin
iemand zich man/vrouw voelt en hoe deze persoon dat uit, bijvoorbeeld
door middel van kleding.
Genderqueer
In sommige subculturen heeft queer of genderqueer betrekking op mensen
die: zich ‘noch man noch vrouw’ voelen; zichzelf als ‘genderloos’
beschouwen; zich met meerdere genders identificeren; politiek
stellingnemen tegen de schematische indeling van de mensheid in ‘mannen
en vrouwen’.
Geslachtsregistratie
Het vastleggen van het geslacht van mensen als onderdeel van de
persoonsgegevens die overheden en bedrijven over iemand bewaren. In
overgrote meerderheid is in die registratie enkel het geslacht ‘man’ of
het geslacht ‘vrouw’ mogelijk. Dat is ook het geval in de
Basisregistratie Personen van de Nederlandse overheid. In Nederland is
het mogelijk om je administratieve geslacht van vrouw naar man te
wijzigen of andersom
Non-binair
Een alternatieve benaming van de genderidentiteit en/of -expressie van
transgender personen die zich niet enkel mannelijk of vrouwelijk voelen
en/of uiten.
Non-binair voornaamwoord
Voor non-binaire trans personen heeft Transgender Netwerk Nederland na
een verkiezing het non-binaire voornaamwoord gelanceerd. In plaats van
de mannelijke voornaamwoorden ‘hij | hem | zijn’ en vrouwelijke ‘zij |
haar | haar’ kan je naar non-binaire transgender personen met ‘hen óf
die | hen | hun’ verwijzen. Ter voorbeeld: Hen koopt een jas. Deze jas
is van hen. Hun jas hangt aan de kapstok.
Penisprothese
Een externe prothese om de afwezigheid van een fysiek eigen penis te
compenseren. Dergelijke prothesen zijn er in diverse uitvoeringen.
Sommige bieden vooral onderbroekvulling (Packy), andere zijn meer
levensecht. Met enkelen kun je zelfs via de prothese plassen (Pee-cock).
Puberteistsremmers
De medicijnen die de lichamelijke puberteit uitstellen bij transgender
kinderen. waardoor de ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken
als baard in de keel, lichaamsbeharing, borstgroei en ongesteldheid
niet aanvangt of gestopt wordt. Deze medicijnen worden over het
algemeen pas na het 11e levensjaar aan een kind voorgeschreven. In
individuele gevallen kan daarvan worden afgeweken door artsen.
Seksuele oriëntatie
De in termen van sekse gedefinieerde fysieke, romantische en/of
emotionele aantrekkingskracht die anderen hebben op een mens. Al naar
gelang de sekse van de persoon die zich aangetrokken voelt en van de
ander die aantrekt, valt er onderscheid te maken tussen biseksualiteit,
homoseksualiteit en heteroseksualiteit. De seksuele oriëntatie van
transgender personen verschilt onderling net zozeer als dat het geval
is bij cisgender personen (personen die niet transgender zijn). Transgenders
Transgenderzorg
De zorg die wordt geboden aan transgender personen in het kader van hun
behoefte om in tevredenheid met hun genderidentiteit en -expressie te
leven. Dit kan zowel psychische als medische zorg zijn, en is zeker
niet altijd gericht op een transitie of geslachtsoperatie.
Transitie
Het sociale, mentale en/of fysieke proces dat een transgender persoon
doormaakt om te kunnen leven in het gewenste geslacht dat overeenkomst
met de genderidentiteit. Dit proces, dat langdurig van aard kan zijn,
omvat onder meer (maar niet in alle gevallen) een administratieve
wijziging van geslacht en/of geslachtsaanpassende behandeling.
Transseksualiteit
Een klinische term voor ‘het willen behoren tot het andere geslacht’.
Toen de term in de eerste helft van de 20e eeuw door artsen werd
bedacht, dacht men nog dat transgender personen altijd volledig van
geslacht wilden en/of moesten wisselen. De term wordt vandaag de dag
nog her en der gebruikt. Transgender personen zijn verdeeld over het
gebruik van de term. Critici gebruiken de term liever niet omdat deze
door artsen is bedacht en het woord seksualiteit verwarring wekt.
Tucken
Het zo veel mogelijk verbergen van de penis en testikels zodat die bij
het dragen van kleding niet zichtbaar zijn. Hiervoor bestaan ook
speciale kledingstukken. Veelvuldig tucken heeft een nadelige invloed
op de kwaliteit van het sperma.