Sodomietenvervolging |
Deze gebeurtenis is nergens
terug te vinden in de juridische documenten van de Brugse magistraten.
Priesters waren namelijk beschermd tegen vervolging volgens het
wereldlijk recht. Ze waren alleen verantwoording schuldig aan de
kerkelijke rechtbanken. De priester in kwestie verscheen daar echter
niet eens. Het is onwaarschijnlijk dat hij net zo streng werd gestraft
als François en Willem. Hoewel sodomie een 'onnoembare zonde' was en een van de ernstigste overtredingen die iemand kon begaan, werden geestelijken veel lichter gestraft dan leken. Over het algemeen kregen ze een boete of moesten ze een tijdje vasten op brood en water in de kerkelijke gevangenissen. Soms werd het hen verboden om op pelgrimstocht te gaan of werden ze gedwongen om pelgrimstochten te ondernemen, maar meestal bleven de fysieke straffen hen bespaard. François en Willem konden zeker niet rekenen op enige bescherming. Zelfs hun jeugd werd niet beschouwd als een verzachtende omstandigheid, hoewel dat op andere plaatsen wel het geval was, zoals in Florence, waar homoseksuele activiteiten onder adolescenten werden gezien als het opdoen van seksuele ervaringen als overgangsritueel naar het volwassen leven. |
![]() |