Romy Haag (1951)


De legendarische variétévamp Romy Haag en voormalig eigenaresse van de roemruchte nachtclub Chez Romy in Berlijn geldt al decennia lang als één van de meest bekende transseksuelen in Europa.

Geboren in 1951 als Edouard Frans Verbaarsschott groeide zij op in Scheveningen. Op dertienjarige leeftijd stripte ze al op de Reeperbahn, als zestienjarige trad zij op in de Parijse nachtclub Alcazar, in New York stond ze in grote shows, tot ze in 1974 in Berlijn, op drieëntwintigjarige leeftijd, haar eigen club Chez Romy Haag opende waar popsterren als David Bowie, Freddy Mercury, en Mick Jagger zich graag lieten zien.

Begin jaren ’70 gold ze met haar roemruchte nachtclub als ‘koningin van het West-Berlijnse nachtleven’. Ondanks haar grote naam en faam in Europa, trad ze in eigen land weinig op. Wel was zij in die periode geregeld te zien in Duitse films als Hamburger Krankheit, Plastikfieber, Maskara en Zum Beispiel Otto Spalt.

Ze sloot haar nachtclub in 1983 om zich volledig te kunnen wijden aan nieuwe plaatopnamen, televisieshows en aan de optredens in haar eigen show, waarmee ze inmiddels theaters in het hele Duitse spraakgebied bereisde. Op 32-jarige leeftijd liet zij haar sekse via een geslachtsoperatie in overeenstemming brengen met de door haar van kindsbeen af beleefde (vrouwelijke) genderidentiteit en sindsdien gaat zij officieel als vrouw (met de achternaam Haag) door het leven. In 1997 ontving zij tijdens het filmfestival van de Berlinale een speciale Teddy Award - een prijs, speciaal bedoeld ter onderscheiding van films met een homo- dan wel transseksuele achtergrond.

In 1999 verscheen haar autobiografie Eine Frau und mehr, waarin zij onder meer haar leven en de kunstenaarsscène van de jaren '70 en haar vriendschap met Amanda Lear beschrijft. Van Romy Haag is de uitspraak: "De beste koks zijn mannen, de talentvolste ontwerpers zijn mannen, waarom zouden de mooiste vrouwen dan geen mannen zijn ?" en ‘Ik ben een normale heteroseksuele vrouw.’

CD’s van Romy Haag zijn o.a.: So bin ich (1981), Flublatt (1983), City in the night (1985), Balladen für Huren und Engel (2001), Frauen die ich nicht vergessen kann (2005) en Moving on (2010).

Rosen im Schnee is een van Romy's mooiste liederen over homoseksuelen die na de bevrijding van het nationaal socialisme in 1945 opnieuw werden opgesloten in de gevangenis op grond van paragraaf 175,

Große Freiheit: maar na de bevrijding geen vrijheid voor homoseksuelen