Eldorado |
![]() |
Het
zogenoemde Transvestitellokal Eldorado aan de Motzstraße in
Berlijn was in de jaren na de eerste wereldoorlog the place to be
voor homo’s, lesbiennes en transgenders, maar ook kunstenaars,
beroemdheden en veel andere nieuwsgierigen, die het kleurrijke,
losbandige nachtleven van Berlijn wilden ervaren. in zijn gids
„lasterhafte“ (losbandige) Berlin beschreef Curt Moreck (Konrad
Haemmerling) de Eldorado in 1931, als "an establishment of
transvestites staged for the morbid fascination of the world
metropolis." |
![]() |
Op
het
programma stonden travestieshows met
pikante
sketches en liedjes voor een merendeels heteropubliek. Eldorado was lang niet de enige homoseksuele vrijplaats in het Duitsland van die jaren. In 1880 kreeg Berlijn al zijn eerste homobar en tot aan het begin van de Eerste Wereldoorlog openden er wel 40 homobars in Berlijn. Ook in andere Duitse steden, zoals Hamburg en Hannover, was er volop gelegenheid om homobars en travestieclubs te bezoeken. In de jaren voordat Adolf Hitler aan de macht kwam was de Duitse hoofdstad een homomekka vol extravagantie. Voor iedere seksuele smaak was er wel een bar, een cabaret of een naaktstrand. |
|
Berlijn was
een tolerante
stad ook
voor mannen die als vrouw en voor vrouwen
die als man de straat opgingen om uit te gaan. |
Over de
homoseksuele
subcultuur gvan Berlijn tussen de
Eerste en de Tweede Wereldoorlog gaat het boek De getatoeëerde Lorelei van Jaap Harten. De centrale figuur in dit boek is Lorelei, een nichtenmoeder, die haar hoerenjongens voor ernstige misstappen tracht te behoeden in een tijd van arrestaties, veroordelingen, en concentratiekampen. Uiteindelijk zal hun leven alleen nog in haar herinnering bestaan. Harten verwijst naar Isherwood, Auden en Spender en deelt ze in bij Hitler, Röhm en Tucholsky: 'personificaties van een tijdsbeeld; ze zijn de zetbazen van mijn fantasie'. |
![]() |
![]() |
Tal
van
etablissementen stonden internationaal bekend om de
travestieoptredens. Zij waren te vinden in het voormalige West-Berlijn
rond Bülowstraße,
Potsdamerstraße en Nollendorfplatz tot aan de Kurfürstendamm. De Duitse film Der blaue Engel uit 1930, waarin Marlene Dietrich de rol speelt van Lola en haar bekendste lied: Ich bin von Kopf bis Fuss auf Liebe eingestellt, und sonst gar nichts zing spleelt zich voor een deel af in een Berlijns cabaret uit de jaren twintig. |
Die
Weisse Maus (Jägerstraße 18) was populair en is door
Isherwood in zijn boeken – en later in de daarop gebaseerde musical en
film Cabaret
– onsterfelijk gemaakt als de Kit Kat Club. Hier zorgde Anita Berber,
hogepriesteres van het exces, avond na avond voor opspraak. Dronken
plaste zij
op het podium in champagneglazen, danste met pythons, stak Pruisische
vlaggen
in de fik en werd tenslotte ontslagen toen zij flessen brandy tegen het
hoofd
van de uitbater gooide. The Silhouette was populair bij dragqueens en
dragkings. |
![]() |
|
De Eldorado werd in 1933 gesloten en gedecoreerd met
hakenkruizen. Nu zit er op deze plek een biosupermarkt die
Spiesekammmer
Eldorado heet als hommage aan het toenmalige café.Van
Hansi werd niets meer vernomen en verdween in de schaduw
van de geschiedenis. We weten niet wat er met hem is gebeurd. Is hij
gearresteerd en omgekomen in een strafkamp? Is hij als man een gewoon
leven
gaan lijden of werd hij gedrongen in het leger te gaan? We weten het
niet. Isherwood verliet Berlijn in de dagen nadat Hitler aan de macht kwam om er nooit weer terug te keren. |