Danny La Rue "The Most Glamorous Woman in the World" (1927-2009)
Danny la Rue was een van de beroemdste Britse drag queens. Niet alleen
als zangeres, maar ook als theaterpersoonlijkheid. Hij brak met de
traditie om als vrouwen imitator op het podium te staan met gehakte
laarzen onder een lange jurk, maar kleedde zich met een dozijn
wisselingen per show in over-the-top jurken met veel glitter en
elegantie, maakte schunnige grappen en zong sentimentele ondeugende
liedjes met spitsvondige en vaak dubbelzinnige teksten. Hij
maakte grappen, die, als ze van iemand anders afkomstig waren, een
diepe belediging zouden hebben veroorzaakt. Maar hij kwam ermee weg,
omdat, zo beweerde hij - iedereen wist dat alles wat hij deed en zei
slechts schijn was.
Luister maar eens naar Youtube
I'm the girl with a the
little bit extra
I’m the girl with the little bit extra,
I’m the girl with the little bit more
I’ve got a little bit here, a little bit there
And a very special little bit – But I’m not saying where
Danny la Rue werd als Daniel Patrick Carroll in 1927 in Cork (Ierland)
geboren als jongste zoon van een rooms-katholieke meubelmaker. Zijn
vader heeft hij nooit gekend. Deze ging in de jaren 1920 naar New York
met het idee om zijn gezin later over te laten komen,
maar stierf voordat dit kon gebeuren. Danny was toen 18 maanden oud.
Zijn moeder ging naar Londen waar ze woonde in de wijk Soho en moest
met haar weduwepensioen en haar loon als naaister voor het grote gezin
zorgen.
Op 18-jarige leeftijd had Danny zijn eerste optreden als een inheems
meisje in een komische versie van het serieuze toneelstuk White Cargo.
Als variétéartiest trad hij op onder de naam Danny La Rue. In de
jaren zestig kocht hij zijn eigen nachtclub aan Hanover Square en trad
op als "comic in a frock" zoals hij graag genoemd wilde worden in het
West-End, en werd hij bekend om zijn persiflage van vrouwelijke
beroemdheden, zoals Elisabeth Tayor, Bette Davis, Sophie Tucker
(My Yiddishe Mama), Joan Collins, Zsa Zsa Gabor, Marlene Dietrich en
Marareth Tatcher.
Vaak zong hij ook een tikje ondeugende liedjes
in de stijl van de soubrettes uit het vaudeville theater.
In de jaren 70 stond hij op het hoogtepunt van zijn carrière en
verdiende zoveel geld dat hij vier huizen en een Rolls-Royce kon
aanschaffen.
In 1972 speelde hij een komische rol in de film Our Miss Fred over een
Engelse female impersonator die tijdens de tweede WO de Britse troepen
in Frankrijk vermaakt en vermomt in vrouwenkleren aan de Duitsers
probeert te
ontsnappen.
In 1982 speelde hij de hoofdrol in de musical ‘Hello
Dolly’, die wegens de slechte kritieken werd stopgezet.
Danny hield zijn privéleven en homoseksualiteit voor de buitenwereld
zoveel mogelijk verborgen. Hij woonde jarenlang samen met zijn partner
en manager Jack Hanson, die hij beschreef als "de liefde van mijn
leven". In 1974 overleed hij aan een beroerte.
La Rue was nooit een homo-icoon, noch een mikpunt van de feministische
beweging, wat hem soms verbaasde.
In 2000 stierf zijn metgezel Wayne King, een Australische pianist, op
46-jarige leeftijd aan de gevolgen van aids.
Na een beroerte ging het slecht met Danny's gezondheid. Met financiële
steun van een liefdadigheidsinstelling voor acteurs, trok hij in bij
zijn voormalige kleedster en oude vriendin Annie Galbraith, die voor
hem zorgde tot aan zijn dood. Op 31 mei 2009 overleed La Rue na een
kort ziekbed aan de gevolgen van kanker. Hij werd 81 jaar.