Chevalier
d'Éon (1728 - 1810) |
Charles d'Éon, zoon
van de opziener van de domeinen van
Lodewijk XV, vertoont zich op een carnavalsbal verkleed als vrouw. Dit
is de
ouverture tot een glansrijke carrière als meester van de vermomming.
D'Éon,
afkomstig uit de lagere Franse adel van een halve eeuw voor de Franse
Revolutie,
krijgt van de Franse koning Louis XV een gewichtige diplomatieke
opdracht:
Pruisen, Oostenrijk en Frankrijk koesteren elk de ambitie de Poolse
troonpretendent te leveren. D'Éon gaat, vermomd als gezelschapsdame
`Lia de Beaumont'
van de Russische Tsarina Elizabeth Petrovna, de Franse zaak bepleiten. |
![]() |
Hij
slaagt in zijn missie, maar het succes stijgt hem naar het hoofd en
raakt
verstrikt in een net van intriges en allianties tot er nog maar één
uitweg
overblijft: definitief de gedaante van een vrouw aannemen.
Hij
blijkt zich
dusdanig met zijn rol te identificeren dat hij weldra zelf niet meer
weet wie
of wat hij precies is.
Na zijn terugkeer in Frankrijk krijgt hij voor zijn verdiensten een pensioen van 2000 livres. Hij wordt kapitein van de dragonders en neemt deel aan de Zevenjarige Oorlog
![]() |
D'Éon
moet in zijn dragonderuniform al
zeer vrouwelijke verschijning zijn geweest. Velen waren ervan overtuigd
dat
zich onder zijn mannenkleren een vrouwenlichaam verborg. Er werden
zelfs
weddenschappen afgesloten dat hij geen man maar een vrouw was. D'Éon
weigert
zich echter te laten onderzoeken, want wat de uitkomst ook zou mogen
zijn, het
zou voor hem een aantasting zijn van zijn eer. Voor
zijn verdiensten wordt D'Éon rijkelijk beloond, wordt
benoemd tot ridder in de orde van Saint-Louis en heet sindsdien
Chevalier
D'Éon. D'Éon werkt daarna als spion in ballingschap in Londen. Om niet te worden herkend, kleedt D'Éon zich
voortaan
als vrouw. Het bezit van Lodewijks geheime correspondentie over
Lodewijks
invasieplannen beschermt hem tegen verdere acties, maar D'Éon mag niet
terugkeren naar Frankrijk. In Engeland, waar hij uit de verte de Franse
Revolutie meemaakt, moet hij ten slotte als vrouw gekleed zijn
levenseinde
afwachten. In
Londen krijgt hij een hoge diplomatieke functie en maakt
hij kennis met de vrouwenversierder en avonturier Giacomo Casanova. In
zijn
memoires schreef deze: ”Ondanks zijn grote politieke kennis en
mannelijk
gedrag, vermoedde ik dat er iets mis was met zijn manzijn' |
Enige
maanden later krijgt D'Éon onenigheid met de Franse
ambassadeur Guerchy die hij in diskrediet brengt door het publiceren
van
diens geheime correspondentie. Hij beschuldigt Guerchy van een poging
tot moord,
waarop deze tegen hem een aanklacht indient wegens smaad.
D'Éon
weet de
sympathie te wekken van de Engelse bevolking, waarna Guerchy
publiekelijk wordt
uitgejouwd en zijn residentie met stenen wordt bekogeld. Ondertussen
houdt
D'Éon zich bezig met het schrijven van zijn uitvoerige memoires onder
de titel Les
loisirs du Chevalier d'Éon, die in 1774 in dertien delen werd
uitgegeven in
Amsterdam.
Nadat
Lodewijk XVI in
1774 op de troon is gekomen mag D'Éon terugkeren naar Frankrijk. Hij
behoudt
zijn pensioen, maar moet de geheime correspondentie met Lodewijk XV
afdragen. D'Éon
verklaart fysiek geen man te zijn, maar een vrouw en verklaart
als meisje te zijn geboren en als jongen te zijn opgevoed, omdat zijn
vader
Louis D'Éon alleen kon erven van zijn schoonfamilie als hij een zoon
had. Lodewijk
XVl stemt met deze lezing in. D’Éon mag zijn ridderlijke onderscheiding
houden
en krijgt een toelage om zich een damesgarderobe aan te schaffen, als
hij
belooft zich voortaan als vrouw te kleden en te gedragen.In 1777
keert D'Éon terug naar Frankrijk, maar wordt voor
zes jaar verbannen naar haar familiebezit in Tonnere (Bourgogne). In
1785 keert
zij terug naar Engeland. Haar pensioen wordt door het Franse
revolutionaire
regime stopgezet en haar familiebezittingen in Tonnerre worden door de
staat
geconfisqueerd. Ook haar bibliotheek en sieraden worden in beslag
genomen. Nadat
D'Éon in 1796 ernstig gewond is geraakt bij een
schermtoernooi in Southampton, woont zij de laatste jaren van haar
leven samen
met een weduwvrouw. Wegens haar schulden wordt zij in 1804 wegens haar
schulden
voor vijf maanden opgesloten in een gevangenis. Door een val raakt zij
verlamd
en moet haar laatste dagen gedwongen het bed te houden. Op 21 mei 1810
overlijdt
zij in armoede op 81-jarige leeftijd.
Na haar dood bracht een autopsie aan het licht dat D'Éon wel degelijk een man was geweest. Haar huishoudster zou uren nodig hebben gehad om van de schrik te bekomen. Sindsdien is er vlijtig gespeculeerd over wat hem kan hebben bewogen zich een groot deel van zijn leven als vrouw voor te doen. Het woord “transgender” bestond nog niet. De term 'eonisme', in de psychiatrie gebruikt voor mannen die zich als vrouw verkleden en gedragen, is van d'Eons naam afgeleid. Vandaag de dag is zij een icoon voor de Britse transgenders.
Over het leven van d’Eon schreeft Paul Claes het boek De Kameleon. - Uitgeverij de Bezige Bij, 2001