Otto de Vaal (1916-2015)



In de vroege jaren '70 trokken enkele bevlogen individuen zich de uitzichtloze positie van transgenders aan: Otto de Vaal was een hormoonarts en toxicoloog die bekend stond om zijn progressieve instelling. Hij raakte gefascineerd door transseksualiteit en werkte nauw samen met psycholoog Anton Verschoor, die verbonden was aan het VU-ziekenhuis. Samen met de advocaat Frans van der Reijt richtten ze de Nederlandse Genderstichting op, om te ijveren voor medische, psychische en juridische hulp voor transgenders.Vandaag (29 juni 2016) is het honderd jaar geleden dat de medicus Otto de Vaal werd geboren. Hij was de grondlegger van de hulpverlening aan transgenders in Nederland en organiseerde hier eind jaren zestig, begin jaren zeventig de eerste geslachtsaanpassende operaties. Hij ging daarmee tegen de heersende medische wetenschap in, die transseksualiteit als een psychiatrische aandoening beschouwde, en zeker niet iets dat met een operatie ‘genezen’ kon worden. In 1960 was dat één keer gedaan – bij een vrouw die man werd – en daar was toen zoveel commotie over geweest, dat geen enkele arts zich daarna nog aan zoiets durfde te wagen.Al snel zong het rond dat er eindelijk een arts was die zich het lot van transseksuelen aantrok en die concrete hulp bood. Transgenders uit binnen- en buitenland wisten De Vaals huis in Buitenveldert te vinden. De Vaal begon ook aan wetenschappelijk onderzoek in een poging de oorzaak van transseksualiteit te achterhalen.Hij maakte zich ontzettend kwaad over de trieste maatschappelijke positie van transgenders. Ze waren meestal hun baan, familie en vrienden kwijtgeraakt en verdienden soms noodgedwongen hun geld in de prostitutie. Kwakzalvers maakten misbruik van ze en stelden voor enorme bedragen hormoonpillen beschikbaar die levensgevaarlijk waren, omdat ze onnauwkeurig gedoseerd werden, of omdat het middel zelf ongeschikt was. Schreven ze bijvoorbeeld een medicijn voor prostaatkanker voor, omdat dat toevallig ook oestrogenen bevatte.
De Vaal vond dat hij onder die omstandigheden geen vergoeding kon vragen voor zijn diensten. In plaats daarvan zorgde hij dat er geld bij kwam: zijn vrouw en haar vriendinnen zamelden kleding in en hij regelde fondsen waarmee in geval van nood kamerhuur en andere eerste levensbehoeften betaald konden worden. Op die manier was hij ook buiten zijn praktijk voortdurend met de belangen van transgenders bezig. Als er weer eens iemand in travestie was opgepakt door de politie, aarzelde hij niet om middenin de nacht naar het bureau te rijden en de dienstdoende agenten de les te lezen.Na een hartinfarct in 1975 moest Otto de Vaal het opgeven. Hij bleef langs de zijlijn nog betrokken, maar droeg zijn praktijk – met meer dan tweehonderd transgenders, waarvan inmiddels ruim twintig geopereerd – over aan de internist en endocrinoloog Hellinga die zijn werk via het academisch ziekenhuis van de VU voortzette. In de afgelopen veertig jaar groeide die praktijk uit tot het huidige Kennis- en Zorgcentrum voor Genderdysforie, waar de meeste Nederlandse transgenders geholpen worden.Een mooie reden om vandaag even stil te staan bij het leven van de man die het initiatief nam voor deze hulpverlening, die we tegenwoordig zo vanzelfsprekend vinden.

Otto de Vaal, geboren op 29 juni 1916, behaalde zijn artsexamen op 19 september 1941 te Leiden. Hierna werd hij tweede assistent op de afdeling Farmacologie van de Universiteit van Amsterdam bij prof.dr.E.Laqueur. In april 1943 promoveerde hij bij prof.dr.J.ten Cate op het proefschrift ‘Over den invloed van enkele factoren – in het bijzonder van hypophyse en thymus – op het leverglycogeengehalte van de rat’. In 1945 werd De Vaal assistent onder prof.Laqueur en dr.J.Freud. De laatsten overleden respectievelijk in 1946 en 1947 en in 1947 werd De Vaal waarnemend conservator met leeropdracht; dit werd in 1951 omgezet in een lectoraat in de endocrinologie. In dat jaar begon De Vaal aan zijn opleiding tot kinderarts in het Binnengasthuis te Amsterdam; deze werd afgesloten in 1955. Groeistoornissen hadden zijn bijzondere aandacht. Van 1955 tot 1961 was hij chef de clinique op de kinderafdeling van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis te Amsterdam. Zijn aandacht voor het bijzondere leidde tot de eerste beschrijving van de ‘reticulaire dysgenesie’, een genetisch bepaald ontbreken van leukocyten, in 1962 te zamen met Seynhave beschreven in The Lancet.In 1961 verzocht prof.J.Kok hem onderwijs te geven in de toxicologie aan de faculteit der Farmacie van de Universiteit van Amsterdam, een taak met vreugde vervuld tot 1979. Vanaf het eerste uur in 1947 van Excerpta Medica, een medisch referentiesysteem, heeft De Vaal hieraan een belangrijke bijdrage geleverd (secties Farmacologie en Toxicologie). Het was zijn lust en leven in deze hoedanigheid de complete moderne medische literatuur onder ogen te krijgen. Hij schreef graag voor leken. Tot 1967 was hij medisch medewerker van de De Groene Amsterdammer en daarna tot 1975 van het dagblad Het Parool.

Een belangrijk thema in het leven van De Vaal werd het probleem transseksualiteit. In 1968 riep een bevriend internist, E.den Doorn de Jong, zijn hulp in als endocrinoloog voor een transseksuele patiënt die zijn derde tentamen suicidii had gepleegd. Zijn belangstelling én zijn mededogen waren gewekt. Veel transseksuelen zochten zijn steun. Dit voerde in 1972 tot de oprichting van de ‘Stichting Nederlands Gendercentrum’. In 1971 was zijn boek Man of Vrouw? verschenen. Ook publiceerde hij hierover in dit tijdschrift. Zijn inspanningen hebben vrucht gedragen. Nederland levert waarschijnlijk de beste psychomedische zorg voor transseksuelen ter wereld. Door De Vaals onversaagde pogingen zijn maatschappelijke en juridische aanvaarding werkelijkheid geworden. In 1975 dwong zijn gezondheidstoestand hem zijn directe activiteiten te staken. De Vaal was zijn tijd ver vooruit. Zijn grote intelligentie, zijn intuïtieve gaven, zijn onorthodoxie en niet in de laatste plaats zijn ‘Zivilcourage’ maken hem tot een bijzonder mens.

Literatuur

Man of vrouw?: Dilemma van de transseksuele mens / Otto de Vaal, Wetenschappelijke Uitgeverij, 1971, 216 p.

Transgender in Nederland / Alex Bakker; p. 72

Otto de Vaal

Het lichaam is een hoogst onvolmaakt product

Dr. O.M. de Vaal 50 jaar arts


Als je een aanvulling of opmerking hebt over deze site dan kun je een mailtje sturen naar Transarchief