De
Berlijnse seksuoloog Magnus Hirschfeld (1868 - 1935) was
de eerste die het fenomeen leven in een genderrol die niet overeenkomt
met zijn / haar natuurlijke sekse wetenschappelijk benaderde. In 1910
publiceerde hij
hierover de wetenschappijke publicatie: Die Travestiten : Eine
Untersuchung über den erotischen Verkleidungstrieb. Met de term
"travstiten" zette hij de wereld wel op het verkeerde been. In 1923
sprak hij niet meer over "travestieten" maaar van transseksuelen. Maar
ook die term was niet gelukkig gekozen: de term transseksueel heeft
maar zijdelings te maken met seksualiteit. Sindsdien is men op zoek
gegaan naar een term en werd dit "transgender" of "transpersoon".
Hirschfeld toonde
aan dat
travestie voorkomt bij beide seksen en bij elke seksuele oriëntatie en
maakt dus duidelijk
onderscheid tussen "travestie" en homoseksualiteit, in
die tijd een vooruitstrevende gedachte. Het
was ook Hirschfeld die in 1923 de term ‘transseksueel’
voor het eerst gebruikt. Zijn ideeën liepen voor op het
gedachtegoed van Harry
Benjamin (1966)
Magnus Hirschfeld
Het
was ook Hirschfeld die in 1923 de term ‘transseksueel’
voor het eerst gebruikt. Zijn ideeën liepen voor op het
gedachtegoed van Harry Benjamin (1966) Deze publiceerde in 1966
het boek
The transsexual phenomenon. De term transseksueel die hij gebruikt is
feitelijk onjuist, omdat seksualiteit er buiten staat.
Onder
de liberale sfeer van de Weimar Republiek kreeg Magnus
Hirschfeld in 1919 ruimte voor de creatie van het nieuwe ‘Institut für
Sexualwissenschaft’ in Berlijn. Samen met dermatoloog Friedrich
Wertheim en
zenuwarts en psychotherapeut Arthur Kronfeld experimenteerde hij al in
de
periode 1920-1930 met geslachtsaanpassende operaties.
Onder supervisie
van
Magnus Hirschfeld zou hier in 1930 een eerste geslachtsveranderende
ingreep plaatsvinden bij de bekende Deense kunstenares Lili Elbe.