Androgeen ongevoeligheids syndroom

Het androgeen ongevoeligheids syndroom (AOS) is een erfelijke aandoening. waarbij er wel mannelijke aanleg en zaadballen zijn, maar door ongevoeligheid voor mannelijke hormonen is er geen verdere ontwikkeling tot man (bijvoorbeeld een baby met zaadballen maar zonder penis, of een jongetje dat zich in de puberteit niet verder ontwikkelt tot man).

De oorzaak is een verandering in het erfelijk materiaal. Bij het androgeen ongevoeligheidsyndroom reageert het lichaam onvoldoende of niet op mannelijke geslachtshormonen. Als het lichaam helemaal niet op mannelijk geslachtshormonen reageert, heet dit complete AOS. En als het lichaam voor een deel niet gevoelig is voor mannelijke geslachtshormonen, wordt dit gedeeltelijke AOS of milde AOS genoemd.


In de zwangerschap ontwikkelen ongeboren jongens en meisjes zich tot de achtste week hetzelfde. Vanaf acht weken ontstaan er verschillen tussen jongens en meisjes. Dit komt door mannelijke geslachtshormonen, de androgenen. Ongeboren vruchten met  een X- en een Y-chromosoom produceren veel androgenen en worden jongetjes. Ongeboren kinderen met twee X-chromosomen produceren minder androgenen en worden meisjes.

Door de ongevoeligheid voor androgenen worden XY personen met compleet androgeen ongevoeligheids syndroom geen man, maar vrouw. Maar zij hebben geen eierstokken en baarmoeder. Er is altijd sprake van onvruchtbaarheid. Bij complete androgeen ongevoeligheidssyndroom zijn er onderontwikkelde mannelijke geslachtsklieren, niet ingedaalde testikels (crytorchisme). Mensen met complete AOS kunnen ook minder of geen haar onder de armen hebben.

Bij gedeeltelijke androgeen ongevoeligheids syndroom  kan sprake zijn van normale mannelijke geslachtskenmerken, normale vrouwelijke geslachtskenmerken of van een combinatie van beide. Mensen met deze aandoening kunnen als man of als vrouw opgroeien.
Personen met milde AOS hebben mannelijke geslachtskenmerken. Maar ze zijn vaak onvruchtbaar en hebben een vergroting van de borsten in de pubertijd.
Het Androgen Insensitivity Syndrome (AIS) of Androgeen Ongevoeligheids Syndroom veroorzaakt een onderbreking in de ontwikkeling van het voortplantingssysteem van het ongeboren kind. Het is dus een verstoring van de ontwikkeling nog ruim voor de geboorte van het kind.
Tot de achtste week van de zwangerschap ontwikkelen mannelijke en vrouwelijke embryo's zich hetzelfde. Vanaf dat moment ontstaan er verschillen tussen jongens en meisjes. Dit komt door mannelijke geslachtshormonen, de androgenen. Embryo's met een X en een Y chromosoom produceren veel androgenen en worden jongetjes. Embryo's met twee X-chromosomen produceren minder androgenen en worden meisjes.

Bij AIS heeft het kind tijdens de bevruchting mannelijke (XY) geslachtschromosomen ontvangen. De testikels (zaadballen) van het embryo ontwikkelen zich in het lichaam en beginnen androgenen te maken (androgenen zijn mannelijke hormonen). Maar deze mannelijke hormonen kunnen de mannelijke geslachtsontwikkeling niet afmaken door een ongevoeligheid van het foetale weefsel voor androgenen. Daardoor vervolgt de uitwendige geslachtsontwikkeling zich langs de vrouwelijke lijn (de reserveroute). De ontwikkeling van vrouwelijke inwendige geslachtsorganen is dan echter al onderdrukt.

AIS is een biologische aandoening, waarin de inwendige en uitwendige geslachtsorganen gedeeltelijk verschillen van het genetische geslacht. Eenmaal volwassen zijn en voelen ze zich volledig vrouw, maar hebben geen eierstokken en baarmoeder. Er is altijd sprake van onvruchtbaarheid. Verdere kenmerken zijn onder andere een ondiepe vagina en het ontbreken van schaamhaar en okselhaar. Het is niet hetzelfde als transseksualiteit. Voorheen werd AIS ook wel testiculair feminisatie syndroom genoemd.

Leven met Androgeen Ongevoeligheid Syndroom (AOS)



Als je een aanvulling of opmerking hebt over deze site dan kun je een mailtje sturen naar Transarchief