Theater in de 19e en 20e eeuw




Echte uitgaanders waren de Amsterdammers niet. Dat had ook een beetje te maken met het geloof. Streng gelovige protestanten moesten niets weten van toneel. Iedere theatervoorstelling wezen zij af als zondig of immoreel. Een acteur of actrice was iemand die niet "degelijk" was en het met de zeden niet zo nauw nam. Uitgaan was in de 19e eeuw overigens alleen maar een mannenzaak.
Als manlief naar een toneelvoorstelling wilde, bleef de vrouw gewoonlijk thuis.
Alleen in de kermistijd ging een Amsterdammer uit met vrouw en kinderen.



Op het Leidseplein stond sinds 1773 nadat de oude schouwburg in 1772 was afgebrand, de van hout opgetrokken nieuwe Stadsschouwburg.
In 1786 werd De Franse Comedie aan de Amstel gebouwd, het oudste theater van Amsterdam, begonnen als "Theatre Français sur l'Erwtemarkt", waar Napoleon en Koning Willem I tot de regelmatige bezoekers behoorden. Later werd het gebouw omgezet in een "Neues Deutsches Theater". Na 1856 was er een Schotse Zendingskerk gevestigd.

Ook Opera's werden voornamelijk bezocht door de rijke burgerij. Deze opera's waren eerst vooral heftige melodrama's met een vol hartstocht en vaak eindigend in een fatale afloop.
Al sinds de 18e eeuw werden er ook komische opera's uitgevoerd.
Ze werden ook opéras bouffes genoemd.
Jaques Offenbacht duidde deze aan als operette. Rond het midden van de 19e eeuw ontwikkelde zich de operette als antwoord op de steeds langer en serieuzer wordende Franse opéra comique.
Heren die naar een variété-theater wilden gingen "incognito". De gegoede burgerij bleef hiervan weg. Het was teveel voor het volk, teveel vermaak en geen hoogstaand theater.


Mensen die niet tot deze gegoede burgerij behoorden zochten hun vermaak in een café chantant en tingeltangel en gingen naar een blijspel (komedie), klucht, komische opera (opéra comique), operette, varété-voorstelling, vaudeville, revue, minstrelshow, burlesque, cabaret, musical comedy of musical.


Als je een aanvulling of opmerking hebt over deze site dan kun je een mailtje sturen naar Transarchief