Musical comedy

De eerste musicals werden aan het einde van de 19e eeuw in New York geproduceerd. De musical ontstond uit de Europese operette, balled-opera, de revue (vaudeville) en Amerikaanse vormen van muzikaal theater, zoals: de minsterlshow, de burlesque, en extravaganza..
Het belangrijkste verschil tussen revue en musical genre is dat musicals een doorlopend verhaal kenden.

De eerste echte Musical was Show Boat gebaseerd op een roman van de Amerikaanse schrijver Edna Ferber met muziek van Jerome Kern en songteksten van Oscar Hammerstein. Deze musical werd geproduceerd door Florenz Ziegfeld en werd opgevoerd op 27 december 1927 in het Ziegfeld Theatre in New York en was gebaseerd op rassenvermenging, alcoholisme en echtscheiding en zorgde ervoor dat de musical voortaan als serieus genre gezien werd.

Andere bekende componisten die muziek schreven voor musicals waren Irving Berlin (1888-1989), George Gershwin (1898-1937), Richard Rodgers (1902-) en Cole Porter (1893-1964).
Rond de theaters van Broadway ontstond een hele muziekindustrie. Aan de lopende band werden er liedjes geschreven die in de theatershows werden gezongen. Deze liedjes gingen nu niet alleen meer over "schoonmoeder", maar over autorijden, dansen en wilde feesten.Pas later zou de musical overwaaien naar ons land. Broadway in New York en, vanaf de jaren zestig, het West End in Londen, staan internationaal bekend als de toonaangevende plaatsen op musicalgebied.

Vanaf 1927 kwam de geluidsfilm waarbij de stomme films binnen een paar jaar werden overstemd door de talkies. Een nieuw filmgenre dat nu kon ontstaan was de musical.

De musicalfilm was een natuurlijke voortvloeiing uit het musicaltheater. Het grootste verschil tussen film en theater is het gebruik van veel decors en verschillende locaties, wat in een theater onpraktisch tot onmogelijk zou zijn. De musicalfilms bevatten meestal wel overeenkomsten met theater: de acteurs zingen meestal hun lied en dans alsof er een publiek aanwezig is. In zekere zin wordt bij film de kijker het aanwezige publiek, aangezien de acteur regelmatig direct in de camera kijkt om zijn gevoelens te uiten terwijl hij/zij zingt. Het lijkt wel of het publiek een soort van geheime 'vriend' is aan wie de speler zijn gevoelens kwijt kan.
Nadat de eerste musical films The Jazz Singer (1927) de eerste geluidsfilm met Al Jolson en Lights of New York (1928) was het enthousiasme van het publiek zo groot dat in minder dan een jaar alle belangrijkste studio's uitsluitend films met geluid maakten. De eerste film die kan worden omschreven als filmmusical was The Broadway Melody (1929) die meteen ook een enorme hit werd en de Academy Award voor Beste Film won in.
Er waren al gauw heel veel verschillende filmmusicals, waaronder drama's maar ook komedies.

The love Parade (1929)
Hollywood Review of 1929
Paramount on Parade (1930)
Elstree Calling (musicalrevue) (1930) met o.a. Gordon Harker

Eind 1930 was het publiek oververzadigd van filmmusicals en de studio's werden gedwongen om de gezongen muziek uit de films te snijden die toen werden vrijgegeven. Als voorbeeld hierbij Life of the Party (1930), oorspronkelijk bedoeld als volledige kleurenfilm en volledig gesproken filmmusical. Alvorens de film werd vrijgegeven werden de liederen echter verwijderd. Hetzelfde gebeurde bij Fifty Million Frenchmen (1931) en Manhattan Parade (1932).
The Hollywood Party (1933) met o.a. Jimmy Durante. Het publiek begon al snel kleur met filmmusicals te associëren en zo resulteerde de daling in de musicalpopulariteit ook in een daling in het gebruik van kleur.

De filmmusical The Love Parade (1929) zorgde voor de doorbraak van actrice
Jeannette McDonaldZe had nog nooit eerder in een film gespeeld en wist niet precies wat ze moest doen op een filmset. De weinig verhullende kleding die de actrice in sommige scenes droeg, ontworpen door Travis Banton (1894-1958), één van de bekendste kostuumontwerpers van zijn tijd, riepen echter felle protesten op.
In 1933 werd het dragen van te weinig kleren in films verboden toen de zogenaamde Hays code van kracht werd. De Hays Code of Motion Picture Production Code was een verzameling regels waaraan Amerikaanse films moesten voldoen op het gebied van zedelijk gedrag. Amerikaanse films mochten alleen worden uitgebracht in Amerikaanse bioscopen als er geen verwijzingen waren naar seksualiteit, homoseksualiteit, ontrouw, rassenvermenging, abortus en drugs. Pikante scenes waren voortaan taboe. Extreem geweld mocht niet worden uitgebeeld en misdaad moest altijd worden gestraft. De Hays Code werd toegepast tussen 1934 en 1968. Films van voor 1933 toen de code nog niet van kracht was, woden ook wel pre-code films genoemd.

In 1933 kende de filmmusical weer een heropleving, regisseur/choreograaf Busby Berkeley (1895-1976), bekend van onder andere 42nd Street) breidde traditionele dansnummers uit met ideeën die hij had opgedaan als soldaat. Ook Fred Astaire (1899-1987) was met zijn ritmische koppeling van beeld en geluid niet weg te denken uit de musicalwereld.
Tijdens het einde van de jaren 40 tot in de jaren 50 maakte producer Arthur Freed de overgang van de ouderwetse eentonige musicalfilms tot iets heel nieuws. Enkele voorbeelden zijn: The Wizard of Oz (1939), Meet Me in St. Louis (1944), Singing in the Rain (1952).
Sinds de jaren 50 is de populariteit van filmmusicals gedaald. Toch werden er nadien nog enkele beroemde musicals gemaakt, doorgaans verfilmingen van reeds populaire theatermusicals, zoals bijvoorbeeld The Sound of Music (1965), Grease (1978) en A Chorus Line (1985).
Vaak werden boeken en toneelstukken bewerkt tot musical. The Wizard of Oz (1939,) is gebaseerd op het gelijknamige boek van L. Frank Baum.
De musical La Cage aux Folles  is gebaseerd op een Frans toneelstuk uit 1972 van Jean Poiret.

Toch duurde het tot de jaren 2000 voor de musicalfilm weer even een revival kent met nieuwe werken zoals Moulin Rouge! (2001), Chicago (2002) en The Phantom of the Opera (2004), gebasserd op de Franse roman Le Fantôme de l'Opéra van Gaston Leroux, .
En een groot aantal langspeelanimatiefilms zijn nog steeds musicals, onder meer de films van Disney.

Musical in Nederland
In Nederland werden de eerste musicals in de jaren vijftig uit Amerika geïmporteerd; Porgy and Bess (1957) (eigenlijk een opera) en Free and Easy (1959). In de jaren zestig kwamen met Kiss Me, Kate, My Fair Lady,Oliver Twist, en Anatevka de eerste Nederlandse producties op de planken. Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink schreven de eerste originele Nederlandstalige musicals, zoals Heerlijk duurt het langst (1965) en En nu naar bed (1971). In de jaren zeventig waren Jos Brink en Frank Sanders met hun groep Tekstpierement de drijvende kracht achter de Nederlandse musical. Hun eerste musical, Maskerade, was meteen een succes.
In de jaren tachtig werd de musical Cats opgevoerd. Mede door het succes hiervan begon Joop van den Ende grootschalige musicals naar Amerikaans voorbeeld te produceren, waaronder Les Misérables. Hij opende musicaltheaters in Scheveningen (Circustheater) en Utrecht (Beatrix Theater), waar net als in Amerika, producties net zo lang kunnen blijven draaien als het publiek er belangstelling voor heeft  In 2010 ging in Amsterdam het derde open-eindtheater open: het nieuwe DeLaMar theater

Musical in Nederland (Wikipedia)

zie ook: Berlijnse nachtleven



Als je een aanvulling of opmerking hebt over deze site dan kun je een mailtje sturen naar Transgenderarchief