De
Plantage was van oudsher een buurt van theehuizen, tapperijen en vanaf
de het eind van de 19e eeuw, theaters. In 1892 werd aan de Plantage
Middenlaan de Artis Schouwburg, later
Hollandse Schouwburg genoemd, geopend. Er werden operettes en opera's
opgevoerd en later toneelstukken (o.a. van Heijermans). Vooral de
mensen uit de betere kringen gingen er heen. Tussen 1892 en 1941 was de
Hollandsche Schouwburg (750 zitplaatsen) één van de belangrijkste
theaters in de Plantagebuurt. Nergens werden zoveel oorspronkelijk
Nederlandstalige stukken gespeeld als in dit theater.
Aan de Plantage Parklaan
verrees
in 1882-1883 in de Parktuin de Parkschouwburg. Het plan was een
luxueuze schouwburg te bouwen waarin groots gemonteerde voorstellingen
en balletten konden worden vertoond. Het interieur deed meer denken aan
een circustheater dan aan een schouwburg. Het
theater kende
zeven rangen; loge, stalles, middenbalkon, parterre, zijbalkon,
promenoir en galerij, Geroemd werden de Zomer- en Wintertuin, de
Indische foyer, de wandelgalerijen en de waterfonteinen. Achter de
zitplaatsen op het balkon bevond zich het promenoir. De Parkschouwburg
beschikte van begin af aan over elektrische verlichting.
Het
gebouw werd lange tijd ‘het lelijkste van de Herengracht’ genoemd en
was bij het publiek niet geliefd: ‘Men rookt, wandelt, en in de stalles
zit men opeengepakt en in de loges te koop’.
In de schouwburg trad een bont gezelschap van internationale
variétéartiesten op, waaronder muzikale clowns, zangeressen, dansers,
een hondenshow en een buikspreker, een blackface
act, een slangenmens en een levend poppentheater. Als extra
attractie stegen er enkele keren luchtballonen op in de Parktuin.
In
1893 werd de schouwburg verkocht en in de jaren tot 1903, toen de
deuren definitief sloten, vonden er nog maar weinig voorstellingen
plaats. De Parkschouwburg werd uiteindelijk in 1912 gesloopt.
Als
je
een aanvulling of opmerking hebt over deze site dan kun je een
mailtje sturen naar Transarchief