Transvisie is de patiëntenorganisatie in Nederland die zich inzet voor
mensen met vragen rondom hun genderidentiteit en voor hun familie,
naasten en relevante omgeving.
De nieuwe naam Transvisie doet meer recht aan de kennis en expertise
die de organisatie in de afgelopen 25 jaar heeft opgebouwd.
Transvisie verleent hulp aan transseksuele en transgender mensen én aan
hun omgeving (partners, familie, ouders, broers, zussen, etc). Deze
hulpverlening verloopt via diverse zelfhulpgroepen en individuele
gesprekken. Daarnaast geeft Transvisie informatie over
transseksualiteit en transgenderisme en de gevolgen daarvan op het
leven van mensen. Deze informatievoorziening is gericht op zowel
transseksuelen, transgenders en hun omgeving als op hulpverleners,
artsen, studenten en de media.
De organisatie bestaat sinds 2008 en was de nieuwe naam voor de
Landelijke Werkgroep Transseksualiteit en Genderdysforie, die 25 jaar
daarvoor was opgericht door Petra Klene, als onderdeel van en
gefinancierd door Humanitas. Aanvankelijk werd het werk gedaan door
vrijwilligers met Petra als enig professional, maar successievelijk
werden er meer professionals aangetrokken, die meestal in deeltijd
werkten.
Het landelijke project was gehuisvest op het Landelijk Bureau –
tegenwoordig op de Weteringschans, even verderop – dat de uitvalsbasis
was voor bijna vijftig vrijwilligers en drie beroepskrachten.
Vijfentwintig jaar geleden begon de werkgroep van Humanitas als
kleinschalig initiatief. Inmiddels is het uitgegroeid tot een
professionele organisatie met drie betaalde (parttime) medewerkers en
een actieve achterban van vrijwilligers. Het werk van Transvisie is
gebaseerd op zelfhulp en op vrijwilligerswerk. Dit betekent dat alle
medewerkers en vrijwilligers een transseksuele c.q. transgender
achtergrond hebben.
Individuele hulpverlening vanuit Transvisie betreft jaarlijks zo'n 60
tot 100 mensen. Daarnaast vinden maandelijks goedbezochte bijeenkomsten
plaats van verschillende Transvisie-groepen, met gemiddeld acht
deelnemers bij besloten groepen tot 35 bij open bijeenkomsten. Nieuw
bij Transvisie (en nieuw voor Nederland), is de groep voor kinderen van
een transseksuele of transgender ouder.
Transvisie staat in nauw contact met de genderteams van het VUmc en het
UMCG, de Landelijke Kontaktgroep Travestie en Transseksualiteit en COC
Nederland. Daarnaast heeft Transvisie zitting in het Transgender
Netwerk Nederland.
Transvisie en Schorer werken samen
Voor transseksuelen, transgenders en hun naasten is gespecialiseerde
hulp en ondersteuning noodzakelijk. In de maatschappij en binnen de
hulpverlening is onvoldoende kennis en aandacht voor de specifieke
problemen van deze groep mensen. Om hun gezondheid en welzijn te
bevorderen gaan Schorer en Transvisie (een landelijk project van
Humanitas) intensiever samenwerken. Dit voornemen is donderdag 9
september 2010 bekrachtigd met de ondertekening van een
intentieverklaring door de drie organisaties.
De psychosociale zorg en ondersteuning aan transseksuelen, transgenders
en hun omgeving is in Nederland slecht geregeld. Met de
intentieverklaring hopen Schorer, Transvisie en Humanitas gezondheid en
welzijn van transgenders en transseksuelen op positieve wijze te
stimuleren.
Meer dan 25 jaar was Transvisie, voorheen Werkgroep Transseksualiteit
en Genderdysforie, een onderdeel van de vereniging Humanitas. Het
landelijke project was gehuisvest op het Landelijk Bureau –
tegenwoordig op de Weteringschans, even verderop – dat de uitvalsbasis
was voor bijna vijftig vrijwilligers en drie beroepskrachten.
Per 1 januari 2011 zal Humanitas het werk van Transvisie niet meer
financieren, ingegeven door de bezuinigingen waar de vereniging voor
staat. In februari van dit jaar nam het bestuur van Humanitas dit
besluit, maar Transvisie hield er al wat langer rekening mee. ‘We waren
al mogelijkheden aan het verkennen, omdat we wilden groeien’, vertelt
Thomas Wormgoor, de coördinator van Transvisie. ‘Vanaf het moment dat
we dachten dat er wel eens een einde zou kunnen komen aan de financiële
ondersteuning door de vereniging, zijn we nog harder op zoek gegaan
naar een oplossing. ‘We stelden een crisisgroep in en deze is zich in
sneltreinvaart gaan oriënteren.’
Transvisie onderzocht hoe andere organisaties als de onze hun
financiering hebben geregeld. Veel werk dat ze doen, is vergelijkbaar
met patiëntenorganisaties.; het inzetten voor de gezondheid en het
welzijn van een zeer specifieke groep mensen. Transvisie sprak met het
Fonds PGO, dat patiëntenorganisaties subsidieert. Nog deze maand horen
ze of de zelfhulp, voorlichting en belangenbehartiging in aanmerking
komt voor zo’n subsidie. Daarvoor moet Transvisie wel een zelfstandige
rechtspersoon zijn en dat is nu Stichting Transvisie geworden. Het
grootste deel van het vrijwilligerswerk komt hieronder te vallen.’
Maar dan is er ook nog het hulpverleningsaanbod van Transvisie. De
begeleiding van genderdysfore kinderen en jongeren, de therapie en de
besloten groepen die Transvisie organiseert. Thomas: ‘Dit deel van ons
werk heeft een professioneel karakter en kan zich meten aan wat grotere
hulpverleningsinstanties doen. Dit deel van Transvisie krijgt onderdak
bij Schorer, een stichting voor gezondheids- en welzijnsbevordering van
homoseksuele mannen en vrouwen en transgenders.
Begin 2011 verhuisde Transvisie naar de Schorerstichting aan de
Sarphatistraat
Bron: Transformatie, jrg. 28, 2011, p. 18-21