Travestie in
Nederland en Vlaanderen / Paul Vennix
Travestie in Nederland en Vlaanderen - Paul Vennix.– Uitgeverij Eburon, 1997, 532 blz.
ISBN 90-5166-590-3.
Rapport van een uitgebreid onderzoek onder een grote groep (430) travestieten waarin
allerlei aspecten van travestie aan de orde komen. Paul
(Paula) Vennix legde bijna 500 travestieten in Nederland en
Vlaanderen een groot aantal vragen voor, waardoor voor het eerst een
betrouwbaar beeld ontstaat van deze groep.
"Dit rapport is om verschillende redenen geschreven. Door de inzichten
die deze studie verschaft, kan de kwaliteit van de hulpverlening
verbeteren. Individuele travestieten kunnen door de bestudering van dit
rapport meer inzicht krijgen in de wijze waarop zij het beste met
travestie om kunnen gaan. Ook de sociale omgeving van travestieten kan
veel relevante informatie putten uit dit onderzoek."(Woord vooraf,) De
vragenlijsten (1200 vragen!) werden aangevuld met een kleiner aantal
interviews om op enkele aspecten dieper te kunnen ingaan.
Travestie is meestal anders dan wat men daarover in de media krijgt
voorgeschoteld. De meeste travestieten houden het angstvallig voor hun
omgeving verborgen en gaan zeker niet in een jurk de straat op. Zij
durven niet te laten zien wie zij ook zijn. In deze transgenderstudie,
waaraan bijna vijfhonderd travestieten uit Nederland en Vlaanderen
hebben deelgenomen, wordt travestie diepgaand van uiteenlopende
invalshoeken belicht.
Uitgebreid wordt aandacht geschonken aan wat het
dragen van vrouwenkleding voor travestieten betekent; travestie blijkt
voor hen noodzakelijk. Helder wordt uiteengezet tot wat voor problemen
onderdrukking van travestie kan leiden. Uit de kast komen is daarom op
den duur meestal niet te vermijden. Duidelijk wordt ook dat travestie
maatschappelijk geïntrigeerd moet worden. Daarvoor is naast vrijheid
van gender tevens opheffing van de genderdichotomie in onze cultuur
noodzakelijk: travestieten passen vaak niet in het hokje man of vrouw.
Speciale aandacht wordt besteed aan de mogelijkheden en onmogelijkheden
van travestie in heterorelaties. Daarbij komt ook het perspectief van
de partner uitgebreid aan de orde. Of travestie in deze relaties een
plaats kan hebben blijkt van veel factoren afhankelijk. Het rapport
besluit met uitgebreide richtlijnen voor zowel travestieten als
hulpverleners over hoe men het beste met travestie om kan gaan.
Uit
het rapport 'blijkt dat het aantal mensen dat altijd als vrouw gekleed
wil gaan veel groter is dan het aantal dat dat ook echt doet. “Dat
geeft al aan dat het voor veel mensen een moeilijk probleem is. Veel travestieten hebben het gevoel zowel man
als vrouw te zijn. Maar onze maatschappij is daar niet op ingesteld.
Daardoor komen zulke mensen vaker in psychische problemen. Nederland kent tallozen die zonder blozen uitkomen voor hun
homoseksualiteit. Maar er zijn in Nederland maar heel weinigen die er
ongegeneerd voor durven uitkomen dat ze graag in vrouwenkleren lopen. Een
heleboel travestieten zitten behoorlijk vast. Ze houden
het dan verborgen voor hun omgeving en aanvaarden het niet van
zichzelf. Door travestie ontstaan er vaak relatieproblemen. De
partner ontdekt het op een zeker dag en dan is het huis te klein. De
partner vindt de ander onbetrouwbaar, voelt zich bedrogen. Ze kan die
vrouwelijke kant van haar man als een bedreiging ervaren. Daarom zeg ik
altijd dat je er zo snel mogelijk mee voor de dag moet komen als je een
relatie aangaat. Ook de ouders hebben er vaak moeite mee. Voor de buren
vormt travestie al veel minder een probleem.”
“We zullen er mee
moeten leren omgaan”, denkt Vennix, “want hoewel travestie nog steeds
op de gezaghebbende Amerikaanse lijst van psychiatrische aandoeningen
staat, valt het niet weg te therapieën. Wel kan een therapeut helpen
bij het aanvaarden van de eigen behoefte aan travestie. Er zijn maar
heel weinig hulpverleners die verstand hebben van travestie.
Vrouwelijke hulpverleners zijn er volgens mijn ervaring beter in dan
mannelijke.” Vennix gebruikt bij voorkeur het woord transgenderisme,
als het gaat om mensen met zowel een mannelijke als een vrouwelijke
identiteit. Een transgenderist is dan iemand met afwisselend mannelijke
en vrouwelijke rollen. Vennix meent dat het aantal travestieten dat
een seksuele betekenis hecht aan de travestie langzaam afneemt. “Die
hebben er de minste problemen mee, omdat seks zich binnenshuis
afspeelt. Steeds meer travestieten ervaren het dragen van vrouwenkleren
als iets wat gewoon bij de eigen identiteit hoort. Ze willen alleen
naast hun mannelijke rol ook overtuigend als vrouw overkomen. De ruimte
die aan deze onschadelijke behoefte gegund wordt, neemt langzaam toe.
Zij het nog te schoorvoetend: de jurkangst bij de Nederlandse burger
vermindert langzaam.”