Jongeren en seksuele oriëntatie



Jongeren en seksuele oriëntatie

Ervaringen van en opvattingen over lesbische, homoseksuele, biseksuele en heteroseksuele jongeren
Auteur:  Lisette Kuyper
Publicatiedatum: 16 januari 2015; Prijs € 21,90; 146 p.

Hier te bestellen


Voor dit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de Directie Emancipatie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,  werden jongeren tussen 11 en 25 jaar ondervraagd over hun. houding  tegenover LHBT-zaken. In dit onderzoek werd ook gezocht naar overeenkomsten en verschillen in de leefsituatie, leefstijl en het welzijn tussen LHBT-ers en heteroseksuele jongeren en naar verklaringen daarvoor.
De houding van Nederlandse jongeren over homo- en biseksualiteit  lijkt met de jaren positiever te worden. In 2006 dacht nog 18 procent van de jongere daar negatief over; in 2012 was dit percentage gedaald tot 6 procent.
In het algemeen is de acceptatie van homoseksualiteit dus gegroeid, maar daarom hoeven we nog niet te juichen. Zodra twee mannen op straat hand in hand lopen of zoenen, blijkt die acceptatie een stuk minder groot te zijn. Jongens, lager opgeleiden, allochtonen en religieuze jongeren denken het negatiefst over homoseksualiteit. Die veroordeling heeft volgens onderzoekster Lisette Kuiper, een voedingsbodem in de opvoeding . Haar studie toont verder aan dat lhbt-jongeren vaker een slechte relatie hebben met hun ouders en zich minder thuis voelen op school, doordat ze gepest worden en daarom vaker spijbelen. Hierdoor houden ze er een ongezondere leefstijl op na zoals roken en drugsgebruik en krijgen zij vaker te maken met psychische problemen die zich uiten in emotionele en gedragsproblemen of suïcidaliteit. Van alle lhbt-jongeren ervaren transgenders de meeste problemen.

Zie ook: “Laat niemand zien dat je homo bent” – Homoseksueel zijn prima, maar ga niet zoenen op straat.
In: Het Parool, zaterdag 17 januari 2015



Als je een aanvulling of opmerking hebt over deze site dan kun je een mail sturen naar Transarchief