Het
jongensuur / Andreas Burnier Uitgever: Querido's
Uitgeverij BV, 1969
In Het jongensuur, naar
eigen zeggen haar meest autobiografische boek, heeft Andreas Burnier
haar ervaringen als onderduikkind in de oorlogsjaren 1940/45 verwerkt.
Tegen de achtergrond van bezetting en bevrijding probeert de Joodse
Simone, de hoofdpersoon, zich een plaats te veroveren in de
jongenswereld. Op de adressen waar zij zich moet schuilhouden moet zij
zich telkens een nieuwe identiteit aanmeten. Zo heeft zij grote moeite
met de streng calvinistische moraal van boerengezinnen en voelt ze zich
gevangen in een vrouwenlichaam: zij had een man moeten zijn. Naarmate
de bevrijding van de Duitsers nadert, raakt het meisje Simone steeds
meer gevangen, verstrikt in haar lichamelijkheid.
Hoofdpersoon Simone is
een klein meisje als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. In omgekeerde
chronologische volgorde worden haar wederwaardigheden tijdens die
periode verteld. Ondergedoken als Jodin ziet Simone haar eigen
individuele verdeeldheid (zij wil jongen zijn) opgenomen in
maatschappelijke tegenstellingen. De titel slaat op de aparte uren in
het zwembad voor jongens en meisjes. Zij neemt deel aan het jongensuur
en wordt weggestuurd. Dat verlangen naar het ‘jongen zijn’ komt mede
‘omdat het dan met je lichaam in orde was’. Een levendige stijl met
opmerkelijk talent voor kleine sarcasmen en humor. Andreas Burnier
(1931-2002) debuteerde in 1965 met ‘Een tevreden lach’.
Net als de schrijver van
het boek voelt Simone zich niet lekker in haar vel met haar
meisjeslichaam. Ze probeert op verschillende manieren te laten zien dat
ze zicht een jongen voelt. Dat doet ze door bijvoorbeeld lichamelijke
activiteiten, zoals: voetballen, vechten, de omgang met haar
vriendinnetje Gerrie. Door fantasie, zoals de jonge, gevangen Prins
Sancho, hij is haar droomprins, vriend en afspiegeling van haarzelf.
Maar ook door pogingen tot kameraadschap en door magische gedachten,
zoals seksuele transformatie. Alles mislukt: onmacht, onbegrip en een
gewelddadige dood van een nieuwe “vriend” maken iedere poging
tevergeefs.
De worsteling met hun
seksuele geaardheid is voor de meeste pubers en adolescenten al lastig
in een tijd van vrede, maar hoe bepaal je je positie in oorlogstijd? In
Het jongensuur van Andreas Burnier is dat een van de verhaallijnen. Ter
gelegenheid van de verschijning van de biografie over Burnier door
Elisabeth Lockhorn is de sterk autobiografische novelle Het jongensuur
herdrukt. De wens tot verandering
is al in het begin van deze novelle te lezen. “Ik vond het wel zielig
voor mijn ouders, dat ik op een dag als jongen voor hen zou staan. Ze
waren juist zo bijzonder blij dat ik een meisje was, hadden ze mij
herhaaldelijk verzekerd. Maar er was niets aan te doen. […] Je had bij
je geboorte vijftig procent kans dat je een jongen werd. Waarom had ik
pech?” Je volgt hoofdpersoon
Simone langs verschillende gezinnen waar ze ondergedoken heeft gezeten.
Burnier heeft de plaatsen fictief gelaten: Lichtstad, Zanddorp,
Veendorp, Muurstad, nog een keer Lichtstad en Waterstad. Ze begint bij
de bevrijding en eindigt het boek aan het begin van de oorlog, als de
noodzaak om onder te duiken duidelijk wordt. Misschien is nu,
decennia na de verschijning van de eerste druk, de tijd rijp om het
boek fundamenteel anders te lezen: niet als een verslag van een meisje
dat zich moet aanpassen aan de verschillende milieus waartoe ze
noodgedwongen enige tijd moet verblijven, maar meer als een
psychologische strijd van meisje dat een jongen wil zijn in de
moeilijkste jaren denkbaar. Juist nu, in een tijd waarin transgenders
ook in de mainstream-media een rol gaan spelen (denk aan Caitlyn
Jenner, denk aan de serie Transparent) zou er opnieuw en meer
belangstelling kunnen komen voor dit boek. Dit wil overigens niet
zeggen dat bij de ontvangst van het boek in 1969 deze lijn niet werd
opgemerkt, integendeel: alle recensies die ik uit die tijd over het
boek vond, gaan op deze thematiek in, maar soms valt een boek pas op
zijn plaats in een andere tijd dan die waarin het geschreven is.
De echte bevrijding, aan
het begin van het boek, is nog niet een echte seksuele bevrijding voor
Simone. Dat blijkt vooral uit de scène waarin ze gaat zwemmen in het
sportfondsenbad. Ze gaat zwemmen tijdens het jongensuur. Bij de kassa
herkennen ze haar niet als meisje, maar later in het bad wordt ze er
toch uitgehaald. ‘Je moet eruit. We hebben nu jongensuur. Dat zag je
toch?’ Daarmee is ze ook na de oorlog een buitenstaander, zoals ze in
de oorlog als joods meisje in allerlei onderduikgezinnen ook altijd de
buitenstaander bleef.
Als je
een aanvulling of opmerking hebt over deze site dan kun je een
mail sturen naar Transarchief