Farao Hatsjepsoet (1479 -
1458 v. Chr.) |
Beeld van koningin Hatsjepsoet Maat-ka-Re Hatsjepsoet (RMO Leiden)
Hatsjepsoet (de eerste onder edele vrouwen) was een van de
zeldzame vrouwelijke farao’s wat in die tijd zeer ongebruikelijk was. Zij heeft
naar schatting ongeveer 22 jaar geregeerd,
langer dan iedere andere vrouwelijke monarch in het Oude Egypte.
Hatsjepsoet l was de dochter van farao Thoetmosis. Zij trouwde met haar
halfbroer Thoetmosis ll. Samen kregen ze
een dochter Neferoere.
Na de dood van haar halfbroer regeerde Hatsjepsoet eerst als
regentes voor haar onmondige stiefzoon en neef
Thoetmosis lll.
Nog voordat deze prins volwassen was geworden, wist zij de
macht over het land naar zich toe te trekken en nam zij de titel van koning aan
door zich, zoals dat bij farao's gebruikelijk was, bij een processie door de
god Amon als koning te laten aanwijzen. Vanaf 1479 tot 1458 v. Chr. regeerde
zij bijna 22 jaar over Boven- en beneden-Egypte.
Egypte was sinds de veroveringen van
Thoetmosis l een machtige staat in het Midden-Oosten. Haar
invloedssfeer reikte tot aan de Eufraat en strekte zich uit over
Kanaän, Syrië, Libië en Kush (Soedan).
Opmerkelijk was dit wel in het
conservatieve Egypte. Vrouwen hadden toen wel min of meer dezelfde
rechten als mannen, maar een
vrouwelijke heerser was toch wel erg ongebruikelijk. In plaats van de
veroveringspolitiek van haar vader Thoetmosis l volgde zij een beleid
van vreedzame
betrekkingen met de nabuurstaten. Hierdoor kreeg in Azië het rijk
Mitanni de
gelegenheid tot bloei te komen. Haar beleid stond vooral in het teken
van de
bevordering van de handel.
Alle farao's steken de
loftrompet over zichzelf, maat
Hatsjepsoet heeft zelfmarketing letterlijk tot kunst verheven. Haar
heerschappij kenmerkte zich door bouwdrift. Zij liet veel bouwwerken en
beelden
vervaardigen die vooral ter promotie van zichzelf dienden.
Hatsjepsoet was zoals alle oude Egyptenaren vooral bezig met haar eigen
dood. In Deir
el-Bahri aan de westoever van de Nijl tegenover de stad Luxor
liet zij voor zichzelf een
enorme graftempel bouwen met een luisterrijke grafkamer, zodat ze na
haar overlijden een goede overtocht naar het dodenrijk zou kunnen
maken.
Evenals de farao's vóór haar liet zij een rotsgraf aanleggen in het Dal
der
Koningen, waarin zij ook de mummie van haar vader, Thoetmosis l, een
laatste
rustplaats
gaf. Om de bouwkostenvan al deze bouwwerken te bekostigen werd de
bevolking zwaar
uitgebuit en tot zware dwangarbeid veroordeeld zoals te zien is
op de reliëfs in Deir el-Bahr.
We weten weinig over hoe de
vrouwelijke farao werkelijk was. Eén ding weten we wel: ze was
nieuwsgierig en wilde nieuwe kennis
opdoen. Daarom stuurde een handelsexpeditie naar
het land Poent, aan de Rode Zee in de omgeving van
Somalische kust.De
missie keerde terug met diverse waren waaronder 30
levende bomen en hun wortels die zij liet planten rond haar
dodentempel. Hatsjepsoet
hield de volle koningsmacht tot haar dood in handen. Ze pronkte met al
het uiterlijk vertoon en de opschik het koningschap waardig, en kleedde
zich zelfs als een farao en droeg zelfs de ceremoniële valse baard. In
sommige
teksten wordt ze afwisselend met "hij" en "zij" aangeduid, omdat er
geen officiële benaming voor een vrouwelijke farao bestond. Na 22 jaar
lang de scepter over Egypte te hebben gezwaaid, overleed zij rond haar
vijftigste aan botkanker. Zij werd opgevolgd
door Thoetmose (Thoetmosis lll).
Als
je
een aanvulling of opmerking hebt over deze site dan kun je een
mailtje sturen naar Transarchief
|