Boudica



Gravure naar het werk "Boadicea spreekt de Britten toe" van John Opie William Sharp, 1793.

Britannia was nog geen twee decennia in Romeinse handen,
In de tweede helft van de eerste eeuw werd de stam Iceni in het huidie East Anglia geleid door Prasutagus, die een bondgenootschap gesloten met Rome had gesloten nadat de Romeinse legers in 43 met de invasie van Britannia begonnen waren. Resultaat was dat Prasutagus koning van zijn volk bleef maar wel ondergeschikt werd aan de Romeinen.
In 60 of 61 overleed Prasutagus. In zijn testament liet hij een deel van zijn bezittingen na aan de keizer van Rome, Nero, zoals gebruikelijk was als vazal-koning. Hij liet echter ook een deel van zijn bezittingen na aan zijn dochters en dat was volgens de Romeinse wet verboden. De Romeinen reageerden buitensporig. Onmiddellijk na de dood van Prasutagus werden al zijn eigendommen opgeëist, Iceense edelen werd hun land ontnomen en hun huizen werden verwoest. Ook Prasutagus' echtgenote Boudicca en hun dochters bleven niet gespaard. Boudicca werd in het openbaar gegeseld en haar dochters werden verkracht door Romeinse soldaten.

Wegens de wreedheden en vrezend dat daar geen einde aan zou komen besloot Boudicca in opstand te komen om wraak te nemen. Tegen die tijd waren er al enkele kleine opstanden van Britse stammen tegen de Romeinen. Al gauw ontstond er daarom een coalitie tussen Iceni en andere stammen zoals de Trinovantes. Geheel Zuidoost-Brittannië zou achter haar zijn gaan staan zodat ze een leger van 100.000 mannen kon verzamelen.
Hoewel de werkelijkheid minder spectaculair geweest zal zijn, was de opstand in eerste instantie succesvol voor de Iceni. Op een meedogenloze veldtocht werden Camulodunum (het huidige Colchester) en Londinium (het huidige Londen) verwoest.
Het negende legioen onder leiding van Quintus Petillius Cerialis werd volgens Tacitus bijna volledig uitgemoord, alleen de bevelhebber en wat ruiters konden vluchten, waarop Procurator Decianus, de de facto regent van Britannia, vanuit Londen naar het vasteland vluchtte.
De gouverneur van Britannia, Suetonius Paulinus, was bezig rebellen op te sporen aan de westkust toen hij het nieuws van de opstand vernam. Hij trok onmiddellijk naar het zuiden, richting Londinium. Hij arriveerde daar voordat Boudicca's leger daar aankwam maar besloot om tactische redenen – zijn leger was veel kleiner dan dat van Boudicca – het gevecht niet aan te gaan. Londen onderging daardoor het gruwelijke lot door de Iceni te worden ingenomen. De stad werd verwoest en een groot deel van de bevolking werd vermoord. Het zou de enige keer in de geschiedenis worden dat Londen volledig verwoest en geplunderd werd.

De ene geschreven bron over Boudica is het werk van de Romeinse geschiedschrijver Tacitus uit de 1ste eeuw. De andere bron stamt uit de 2de eeuw: het werk van historicus Cassius Dio. Bei­ den beschrijven allerlei details over de Britse opstand: de aanleidingen, de hoofdpersonen en de afloop. Vanouds gaat men ervan uit dat deze gebeurtenissen zich afspeelden in 60 en 61 n.C., maar uit recent onderzoek is af te leiden dat de opstand aan het einde van het jaar 60 wellicht al voorbij was. Informatie uit recent ontdekte Romeinse kleitabletten leert dat Londinium tegen die tijd alweer een welvarend handels­centrum was.

Suetonius besloot ten slotte strijd te leveren op een heuvel, waarbij hij in de rug gedekt werd door een dicht woud. De locatie is onbekend maar het kan in de huidige West Midlands geweest zijn. De Romeinen – zeker niet meer dan 10.000 in aantal – kwamen in de slag tussen Boudicca en Paulinus tegenover een typisch Britse strijdmacht te staan: de soldaten hadden zich blauw geschilderd en droegen de typisch Britse tartans. Veel strijders vochten naakt, zoals de traditie was. Met veel tromgeluid en geschreeuw werden de Romeinse soldaten uitgedaagd. Boudicca schijnt tegen die tijd echter al vermoeid en gewond te zijn geweest.
De Iceni, veruit in de meerderheid en zeker van een overwinning op de Romeinen, hadden familie en vrienden uitgenodigd om hun overwinning te aanschouwen. Ondanks het tentoonspreiden van hun bravoure, aantallen en vertrouwen in overwinning bleken de Iceni en hun bondgenoten niet opgewassen tegen Suetonius. Vooral op tactisch gebied waren de Romeinen superieur. Boudicca werd verslagen en pleegde volgens Tacitus zelfmoord door vergif in te nemen. Zeker is dat echter niet, want Cassius Dio vermeldt dat ze van ziekte stierf.

Nadat de Romeinen het Iceni leger hadden verslagen werden hun familie en vrienden ook gedood. De Iceni moesten zwaar boeten voor hun rebellie: velen verloren hun leven en hun land werd grondig verwoest. Al snel echter kwamen de Romeinen terug en vestigden opnieuw een Romeinse provincie.
Nog steeds bestaat de legende dat Boudicca begraven ligt onder perron 8, 9 of 10 van het Londense station King's Cross.

zie ook:

Boudica (Wikipedia)

Koningin Boudica: een vrouw strijdt tegen de Romeinse overheersing
Als je een aanvulling of opmerking hebt over deze site dan kun je een mailtje sturen naar Transarchief