Charles
Pierce was één van de bekendste vrouwenimitators van de 20ste eeuw.
Hij
werd
geboren op 14 juli 1926 in Watertown, New York en begon zijn carrière
in de
showbusiness met
orgelspelen en acteren in radiodrama’s.
Hij blonk uit in komische
stukken,
verscheen vaak gekleed in een smoking maar slaagde er toch in om zeer
overtuigende imitaties van populaire filmactrices te spelen. Hij
verafschuwde
de term ‘drag queen’ en noemde zichzelf een ‘male actress’.
Pierce
trad in het begin van zijn carrière vooral op in kleine homoclubs, maar
hij
werd al snel beroemd.
Hij verhuisde naar San Francisco, Californië,
waar zijn
act bekend werd onder de sterren in Hollywood.
Pierce kon zichzelf al
snel
transformeren in Bette Davis, Mae West, Tallulah Bankhead, Gloria
Swanson,
Carol Channing, Katharine Hepburn en Joan Crawford.
De nadruk in zijn
acts lag
vooral op het komische, niet op het imiteren zelf. Hij trad op in vele
clubs in
New York, was gastacteur in een aflevering van de tv-reeks “Wonder
Woman” en
speelde een travestie-schurk in een aflevering van “Laverne &
Shirley”
(Murder on the MooseJaw Express”). Pierce was ook te zien in een
aflevering van
“Designing Women” als stewart op een cruiseship. In die aflevering
imiteerde
hij Joan Collins (als serveuse) en Betty Davis (als animatrice).
Pierce
speelde ook rollen in films. Als Queen Elizabeth II was hij te zien in
“Rabbit
Test” (1978) van Joan Rivers en als Bertha Venation in “Torch Song
Trilogie”
(1988). In New York City was hij te zien in verschillende off-Broadway
producties. Zijn laatste show was in het Pasadena Playhouse Balcony
Theater op
7 oktober 1990. Hij overleed op 31 mei 1999 in North Hollywood,
California. Hij
werd 72 jaar.