De Drag ball culture vindt zijn oorsprong in het Harlem van de jaren twintig. Het
was het product van een homoseksuele, niet blanke onderklasse die
onbereikbare fantasieën tot leven wilde brengen - simpele fantasieën
als het zijn van Yale-studenten, Wall Street-werknemers en
supermodellen. Pas met de première van Paris is Burning in 1991 over de
underground ballroom drag scene in New York City aan het eind van de
jaren 80 van de vorige eeuw werd
deze subcultuur onder de aandacht gebracht bij een breder publiek.
Twee
jaar na deze première schreven mainstream media dat de
subcultuur inmiddels was uitgestorven. Een artikel in de New York Times
dat het uitsterven van de subcultuur en zijn hoofdrolspelers beschreef
droeg de titelParis has Burned. De
"Huizen" - zoals de verschillende groepen genoemd werden, die ieder
geleid werden door een "Vader" of "Moeder" - waren verwoest door de
aids-epidemie.
Al voor de premiere van de film Paris is
Burning in 1990 hadden Malcolm McLaren en Madonna
zich
de stijl en de dans van de ball-cultuur al toegeëigend, om het "voguen"
zo onder de aandacht van een internationaal mainstream publiek te
brengen - echter wel op een manier alsof het hun eigen uitvinding
was. Het feit dat de mainstream de drag ball-cultuur overnam was
bijzonder ironisch, juist omdat de oorspronkelijke leden van deze
subcultuur van de mainstream werden uitgesloten. De vele categorieën
van de dragg balls, zoals 'Butch Queen', 'Schoolboy/Schoolgirl
Realness' en 'Town and Country' lieten hen tijdelijk deel uitmaken
van sociale klassen waar zij door hun gender, seksualiteit en ras
normaalgesproken van werden buitengesloten.
Vogue
In dragballs wordt vaak gedanst door diverse poses te imiteren van
modellen die veelal de cover van het tijdschrift Vogue sierden, en zo
naam gaven aan deze dans. De dansstijl is ontstaan eind jaren 70, begin
jaren 80 en ontstond uit performance,
een dansstijl die in de jaren 30 in Harlem in New York City ontstond.
Opvallend aan deze dans zijn de geometrische en gestileerde bewegingen
van armen en benen en het fragmentarisch lopen over een imaginaire
catwalk. Ook extremere, yoga-achtige houdingen worden gebruikt. De
elegante manier van wisselen van pose wekt de illusie van een vloeibaar
lichaam.
Beoefenaars van deze dans zijn vaak lid van een house, zoals The House
Of Dupri. Deze houses kwamen samen in clubs of ballrooms om de
dansstrijd met elkaar aan te gaan. Op deze battles ging men de
competitie met andere huizen aan door elkaar te imponeren en uit te
dagen. Een jury bepaalt de winnaar door middel van punten. Dit
resulteerde in spectaculaire en gecompliceerde dansroutines en kostuums
op avonden die "extravaganzas" werden genoemd. De deelnemers en publiek
zijn veelal homoseksueel en Afro-Amerikaans of Latijns-Amerikaans.
De muziek waarop gedanst wordt is instrumentale disco of house met een
typisch vloeiende "Vogue"-sound, iets wat terug is te horen in de
nummers Deep In Vogue van Malcolm McLaren en Vogue van Madonna. In de
film Paris is Burning is onder meer de bekende vogue-danser Willi Ninja
(1961-2006) te zien. Vogue wordt in de Verenigde Staten nog steeds
beoefend en is vooral populair in de homo-clubscene van New York,
Atlanta en andere grote steden.